Een paar foto's van een depot in het centrum van de stad Groningen

 

14 november 2020  DE LAATSTE ETAPPE VAN DE WEG VAN DE BRIEF Deel 2

Een interview met een postbezorger - vervolg

G: je had het eerder over bakken, nu over tassen. Hoe zit dat?

E: Ongeveer een jaar of acht al komt de post in tassen. Daarin zitten de bundels voor je wijk keurig op volgorde, ook binnen de bundel ligt alles op volgorde. Per depot wordt er ook een rode bak afgeleverd met zogenaamde herstelpost. Dat is post die er door de machines is uitgegooid. Soms zitten er ook rouwkaarten tussen. Dat is een kwestie van heel goed opletten wat je meeneemt. De tassen zijn genummerd, ze worden ingepakt op volgorde. Bij mij van 1 tot en met 6 of meer. Ik moet beginnen met de laatste en dan terug.

G: Breng je alleen briefpost rond of ook pakjes?

E: Toen ik pas begon brachten we ook gewoon alle pakjes rond, de term buspakje bestond niet! We namen ook het formaat schoenendozen mee. Toen hadden we een tijd helemaal geen pakjes, die gingen allemaal met de pakketbezorgers mee. Nu nemen we “in principe” de briefpakjes mee. Maar soms zitten er ook wel grotere pakjes tussen (en zie ik mijn collega pakketbezorger met buspakjes). Wat de afgelopen jaren helemaal uit de hand gelopen is zijn de aantallen Chinese pakjes. Ik vraag me wel eens af of PostNL daar nog wel wat op verdient. Laatst was ik vijf minuten bezig om bij iemand een “sneeuwbalmaker” af te leveren. Die ging echt niet door de brievenbus, die buren waren niet thuis. Uiteindelijk deed toch een narrige man in pyjama open. “Waarom maak je me wakker?”

G: Ik hoor je af en toe praten over een combibundel. Wat is dat?

E: Dat hangt samen met een nieuwe werkwijze die vanaf februari 2019 is geïntroduceerd. Op de Voorbereidingslocatie in Assen wordt niet meer alle post voor je loop in één bundel gestopt. Je krijgt er nu twee. Eén bundel met machinepost, mooie post van formaat A5 of kleiner. De tweede bundel bevat de handpost. Grote en rare formaten.  Tijdschriften, catalogi, soms ook belastingbrieven, tv gidsen. Een deel hiervan is ook al wel door een machine op volgorde gezet. Pakjes tot anderhalve centimeter zitten hier ook tussen. Het echte postelastiek -populair bij de jeugd in mijn wijk- houdt de bundels bij elkaar. Grotere pakjes zitten apart in tassen, een roze kaart in je bundel geeft aan: let op in het stuk van deze loop hoort nog een pakje. Een bundel mag officieel maar maximaal tien cm dik zijn, is er meer post dan moet er een extra bundel gemaakt worden. Bij de voorbereiding wordt niet erg precies op die 10 cm gelet.

G: Duidelijk. Maar hoe neem je dat allemaal mee?

E: Daarvoor heb je een postvest. Die is er in twee variaties, een scootervest en een loopvest. Ik zelf gebruik op de fiets een scootervest, dat past wat beter om het middel. Het postvest heeft vakken voor de verschillende bundels. Ik gebruik het zelf meestal, maar sommige collega’s vinden het niet prettig zitten. Voor nieuwe collega’s is het verplicht.

G: De ene dag ben je eerder thuis dan de andere. Ik vermoed dat dat samenhangt met piek- en dal-dagen. Hoe zit dat?

E: Soms heb ik ook wel eens twee dalwijken en dan duurt het ook wel even! Maar in principe heb je X-wijken en Y-wijken. In X-wijken zijn dinsdag, donderdag en zaterdag de piekdagen; in Y-wijken de woensdag en vrijdag. Per loop heeft iemand ooit bepaald wat een piekwijk en wat een dalwijk is.  Op een daldag breng je alleen 24-uurs post rond; op een piekdag alle post. Ook de niet 24-uurspost. Of iets 24-uurspost is of niet hangt al van de afspraken met de klanten. Pakjes kunnen op alle dagen. Op daldagen wordt de post wordt de machinepost in tweeën geknipt. Je hebt dan veel minder post en je hebt dus ook veel minder bundels. Op een piekdag kun je wel zes of meer tassen hebben en voor dezelfde wijk op een daldag een halve.

G: De ene dag werk je meer dan de andere, de ene week ook veel meer dan een andere. Hoe houdt PostNL daar rekening mee?

E: In het begin moesten we werkbriefjes met de gewerkte uren indienen. Nu worden we in alle opzichten gereageerd door een wat krakkemikkige app.  Er staat een vaste tijd in per loop. In de app geef je aan of je meer of minder gewerkt hebt. Je teamcoach kan dat dan al dan  iet goedkeuren. (Meestal wel hoor) De tijd gaat in als je je eerste tas pakt en eindigt bij het laatste adres. Natuurlijk telt de tijd die je nodig hebt om pakjes die je niet kunt afleveren naar een retailer te brengen, ook mee. In de app is een pauzeknop, voor als je onderweg koffie wilt drinken. Wat aardig is, is dat ik nu in mijn wijk een aan aantal mensen leer kennen die hun jonge hond leren om te gaan met de postbode. Dat is voor mij uiteraard ook werktijd.  In de app staat ook welke track en trace pakjes je moet scannen. Je kunt dat doen met een aparte scanner, maar ik doe dat handiger met de telefoon. In de app zie je ook je route en kun je op de dag zelf zien waar je collega’s bezig zijn.

G: Je hebt al veel veranderingen meegemaakt. Welke kun je nog meer benoemen?

E: Sommige voorzieningen zijn wel uitgekleed. In de eerste jaren werd bijvoorbeeld je fiets gecontroleerd en kon je daarna alle reparaties declareren. Later werd dat een vaste fietsvergoeding. Toen werd die gekoppeld aan je contractomvang en nu is de postbezorgersvergoeding afhankelijk van het aantal gewerkte uren. Het heet nu anders omdat je ook andere onkosten er van moet betalen.  In de eerste jaren kreeg je ook een compleet kledingpakket, maar dat is ook veel minder geworden. Je krijgt overigens ook een kleine vergoeding omdat je continu je telefoon moet gebruiken.

G: Vind je het nog leuk? Ga je nog even door?

E: Het werk zelf vind ik nog steeds erg leuk. Ik hecht aan mijn eigen wijk, maar voor de afwisseling word ik ook wel graag af en toe op een andere wijk ingezet. Niet leuk vind ik soms de gebrekkige communicatie bij veranderingen, de gebrekkige app, dat het lastig is om bijvoorbeeld een helpdesk te bellen. Kortom: het gedoe om het werk heen. Maar ik ga nog wel even door!

 

Links: Voorbeeld van een dagelijkse (fiets-)route. Strava wordt normaliter door sporters gebruikt. Maar post bezorgen is ook topsport