Joseph Crouwel, schepper van het beroemde kantoor aan de Neude

Joseph Crouwel was een beroemde Nederlandse architect in de traditie van de rijksbouwmeesters. Hij leefde van 1885 tot 1962 en was de schepper van een negentiental postkantoren die deels een monumentale status hebben bereikt. Het hoogtepunt in zijn oeuvre is het hoofdpostkantoor aan de Neude in Utrecht. Op deze pagina een korte biografische schets en foto’s van zijn postkantoren

Boven: een ansichtkaart van de buitenkant van het kantoor aan de Neude en een foto van de hal. In 1918 was het eerste ontwerp klaar, gebouwd werd er tussen 1920 en 1924 (bron foto rechts: Wikipedia)

Boven en onder: het imposante gebouw aan de Zijlstraat in Haarlem uit de jaren 1912-1923

Het kantoor aan de Stationsstraat in Oosterwolde dat gebouwd werd tussen 1917 en 1920 huisvest nu een speelgoedzaak

Bilthoven, Julianalaan 10. Hieraan werd gebouwd tussen 1918 en 1921. Nu een horeca-etablissement.

Boven en onder: Aan de burgemeester van Nispenstraat 2-4 staat dit Rijksmonument in Doetinchem uit 1918, geopend in 1920. In 1975 is het pand inwendig grotendeels verbouwd voor de Sociale Dienst, de toenmalige gebruiker. De indeling van de bovenverdieping is nog origineel. Een prachtig gebouw in de Amsterdamse schoolstijl . In juni 2011 heeft het na jarenlange leegstand en de daarmee gepaard gaande verpaupering een nieuwe bestemming gekregen. Het Stadsmuseum Doetinchem en het bijzonder restaurant Het Borghuis zijn de trotse nieuwe bewoners.

Boven: Op Funda zagen we dat in 2020 het grote postkantoor in het centrum van Hippolytushoef te koop stond, een bijzonderheid op zich. "Het werd gebouwd in 1919 en ontworpen door de bekende architect Crouwell. Zijn ontwerpen worden beschouwd als voorloper van de Amsterdamse School. Het pand is zeer imposant en heeft een totale oppervlakte van ruim 555 m². U vraagt zich wellicht af wat een klein dorp als Hippolytushoef met zo’n gigantisch postkantoor moest. Dat kwam door de plannen voor de Afsluitdijk. Het idee was om van Hippolytushoef een grote stad te maken. Crouwell ontwierp alvast een groot postkantoor met daarboven een directeurswoning. Alles werd van de hoogste kwaliteit gemaakt. Er is nog een oude correspondentie met de architect en de regering, waarin staat dat de deuren die de architect had gebruikt veel te duur waren. Dit is één van de bewijzen dat het postkantoor gebouwd is met alleen maar kwaliteitsvolle materialen. De jaren verstreken, de dure deuren zitten er nog steeds in het pand, de Afsluitdijk kwam er, maar ‘Hippo’ bleef een knus en klein dorp (wél van alle gemakken voorzien)." "Nu is het een riant woonhuis geworden, waarvan de benedenverdieping in gebruik is als fotostudio. Het linkergedeelte van het pand wordt verhuurd aan de post (is opzegbaar). Op de eerste verdieping is een riante woning met drie (slaap)kamers en een prachtige patio, die aan de keuken grenst. Er zijn op de zolder nog twee slaapkamers, dus er zijn in totaal vijf grote (slaap/werk)kamers. Achter het pand is een beschutte tuin en parkeergelegenheid. De enorme ruimte en vele vertrekken maken het object uitstekend geschikt voor dubbele- of kangoeroe bewoning. Hippolytushoef is dan geen wereldstad geworden, maar u gaat lopend naar de bakker, supermarkt, een restaurant en niet te vergeten; de Waddenzee. Kortom, een imponerend pand met gigantische mogelijkheden op de juiste plek!

Bouwjaar: 1919
Woonoppervlakte: ca. 481 m²
Overige oppervlakte: ca. 74 m²
Inhoud: ca. 2.152 m³
Perceeloppervlakte: 630 m²"

Boven: Het pand aan de Koningsstraat 82-84 in Beekbergen stamt uit 1919. Onder: Het voormalige postkantoor aan de Hoofdstraat 17-19 in Bovenkarspel uit 1920, nu een multifunctioneel centrum. het heet nog wel "Het Postkantoor" (bron foto: TBE-ZA Architecten)

Op 15 maart 1885 werd Joseph Crouwell geboren, als zoon van Catharina Elisabeth Pohlmeijer en Joseph Crouwel sr. De eigenlijke familienaam was Crouwel, maar deze werd veranderd toen zijn grootvader in 1817 werd geboren op een schip dat vanaf Engeland naar de Nederlanden voer. De kapitein op het schip fungeerde als ambtenaar van de burgerlijke stand en schreef Crouwel in het Engels: Crouwell. In signaturen gebruikte de architect de twee namen door elkaar.

Crouwell begon zijn opleiding in 1899 aan de Quellinusschool in Amsterdam, een kunstnijverheidsschool waar hij tot 1902 de bouwkundige lessen volgde. In dezelfde stad bezocht hij de Academie voor Voortgezet en Hooger Bouwkunstonderricht. Daar kreeg hij onder meer les van architect K.P.C. de Bazel, op wiens architectenbureau hij ook praktische ervaring opdeed. Daarnaast hebben A. Jacot, J.W. Hanrath, en H.P. Berlage Crouwell in dienst gehad. Vanaf 1911 vestigde Crouwell zich als zelfstandig architect te Amsterdam. Uit die periode stammen verschillende ontwerpen voor woonhuizen en een aantal prijsvraagontwerpen. In 1908 won hij de eerste prijs voor het ontwerp van een ingang voor een park. Aan het Willemspark in Amsterdam, waar architecten als Berlage en De Bazel eveneens hadden gebouwd, verrees in 1914 een driedubbel woonhuis van Crouwells hand. In die tijd hield hij zich ook bezig met het ontwerpen van meubels. Voor verschillende prijsvragen tekende hij interieurs, zoals voor 't Woonhuis in Amsterdam. Daarnaast werkte hij aan opdrachten van particulieren en liet hij door een meubelfabriek in Oosterbeek meubilair vervaardigen.

In 1917 werd Crouwell bij de Rijksgebouwendienst als architect aangesteld en brak zijn meest productieve periode aan. Vanaf 1920 was hij adjunct-rijksbouwmeester onder rijksbouwmeester H.Th. Teeuwisse. Crouwell werd de opvolger van C.H. Peters en was verantwoordelijk voor de Landsgebouwen Eerste District, bestaande uit de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht en Noord-Holland. Teeuwisse had drie jonge architecten in dienst genomen: C.J. Blaauw, Crouwell en J.M. Luthmann. Zij maakten de ontwerpen en moesten daarnaast toezicht houden op de bouwkundig ambtenaren van het bureau, die verantwoordelijk waren voor de uitwerking en detaillering van de plannen en de vervaardiging van de bestekken en begrotingen. Crouwell had als adjunct-rijksbouwmeester en de architectonische leiding; een aantal keren maakte Teeuwisse nog het indelingsplan, maar liet het ontwerpen van interieur en exterieur aan Crouwell over. De hoofdpostkantoren van Utrecht en Haarlem en het telegraafkantoor in Arnhem, dat tijdens de Tweede Wereldoorlog werd verwoest, zouden Crouwells bekendste gebouwen worden.

 Daarnaast heeft hij vooral veel kleine post- en telegraafkantoren ontworpen en twee gebouwen voor de Veeartsenijkundige Hogeschool in Utrecht en een Rijks-HBS. Om inspiratie op te doen reisde Crouwell in jaren twintig op kosten van de Rijksgebouwendienst naar Finland, Zweden en Duitsland. Hij maakte daar tekeningen van postkantoren en andere gebouwen en kocht er architectuurboeken, waarvan de illustraties als studiemateriaal dienden. Crouwell was gefascineerd door de architectuur van de Finse architect Eliel Saarinen en in zijn postkantoren is die invloed terug te vinden. Vaak werkte Crouwell bij de bouw van zijn postkantoren met dezelfde kunstenaars. Beeldhouwer H.A. van den Eijnde, die tussen 1921 en 1923 als vaste medewerker aan de Rijksgebouwendienst was verbonden, ontwierp beelden voor verschillende postkantoren, onder andere voor die van Haarlem en Arnhem. De glas-in-loodramen werden dikwijls vervaardigd door kunstenaar R.N. Roland Holst, met wie Crouwell een uitgebreide briefwisseling heeft onderhouden. In 1947 werd Crouwell tot hoofdarchitect benoemd. Nog tot eind 1950 bleef hij voor de Rijksgebouwendienst werken. In de literatuur wordt Crouwells werk uit de jaren twintig meestal bij de architectuur van de Amsterdamse School geplaatst, maar daarbinnen wordt hij wel gekenschetst als een architect met een eigen handschrift. De kathedrale hal van het Utrechtse postkantoor, met het dak gespannen in een parabool - een veel gebruikt motief van de Amsterdamse School - oogstte veel bewondering bij andere architecten en critici. De postkantoren in Arnhem en Haarlem deden architectuurcritici denken aan het Scheepvaarthuis in Amsterdam. Kenmerk waren de halfronde uitbouwen en de typische symbolische ornamentiek. Crouwell bouwde echter alleen op deze manier in een bepaalde periode, namelijk toen hij samen met Blaauw en Luthmann onder Teeuwisse werkte. Midden jaren twintig verliet Crouwell de ronde bakstenen vormen en bouwde onder invloed van de ideeën van Frank Lloyd Wright de zakelijke HBS in Harlingen en het Geldkantoor in Amsterdam. Door geldproblemen moest Crouwell het totale decoratieve programma laten vervallen. Ook bij andere ontwerpen kwam dit voor. In het postkantoor in Utrecht werd een glas-in-loodraam van kunstenaar R.N. Roland Holst niet geplaatst en was er geen geld meer voor de beeldhouwwerken van Hildo Krop In Haarlem werd van het bouwen van een monumentale toren afgezien.

Joseph Crouwel(l) liet een indrukwekkende nalatenschap na. Hij overleed op 16 februari 1962 in Den Haag.

Noot 1: de bovenstaande tekst is een ingekorte versie van een biografie van Crouwel, gepubliceerd op de website van Het Nieuwe Instituut ©2000

Noot 2: De website Oud Utrecht noemt Crouwel als ontwerper van 19 postgebouwen; in het boek “Rijksbouwmeesters” worden 15 PTT-gebouwen genoemd.

Noot 3: Op de website “Iconen van de Post” wordt uitvoerig aandacht besteed aan het gebouw aan de Neude in Utrecht)

Steenwijk, Oosterstraat 88 met een beeldhouwwerk van de Steenwijkse kunstenaar Hildo Krop

Het in de jaren 30 gebouwde postkantoor aan de Spoorsingel 50 werd gesloten in 2009. Het werd her ontwikkeld en geopend als ING kantoor in 2014. (Bron foto onder: Reshape Properties, het krantenknipsel komt uit het Limburgs Dagblad 1933 en trof ik aan op de website van Heemkunde Heerlen)

Links: het postkantoor in Bussum nog in bedrijf (Bron: Wikipedia Michiel 1972)