Jansplein 56
Renssenstraat 17
Arnhem – Een paar bijzondere gebouwen
Jansplein
Arnhem kent een heel bijzonder postkantoor. Het voormalige hoofdpostkantoor aan het Jansplein 56. Een van de vele creaties van de architect van de Rijksarchitect C.H.Peters. Het gebouw stamt uit 1889. In het boek van Koos Havelaar en Annette Wiesman “Herbestemming van Postkantoren – Een tweede leven voor de burchten van de post” wordt het uitvoerig beschreven. Nog uitvoeriger komt het gebouw aan de orde in het boek van Marc Kleijen en Peter Malcontent “De geschiedenis van de Arnhemse Posterijen en het hoofdpostkantoor op het Jansplein”.
Het laatste boek gaat uitgebreid in op de postgeschiedenis van Arnhem. In de Frans tijd werd Arnhem de hoofdstad van Gelderland. In 1815 werkten 6 ambtenaren op kantoor en waren er twee brievenbestellers. De bevolking groeide sterk en de directeur van Arnhem kreeg ook de distributiekantoren in de wijde omgeving onder zich. In 1850 stierf postdirecteur Troost die meer dan 50 jaar aan het kantoor verbonden was en verhuisde het kantoor van de Vijzelstraat naar het pand dat nu Kerkstraat 27 is. In 1865 naar de Bakkerstraat, een bouwvallig huurpand. De gemeente was niet al te soepel. Pas in 1870 werd een nieuw pand op het Oude Kerkhof in gebruik genomen. Maar het verkeer bleef groeien, Arnhem kreeg steeds meer een centrale functie. Ook vond in Arnhem de uitwisseling van post met Duitsland plaats. In 1885 ontstond het idee een stations postkantoor te bouwen. In 1888 werd begonnen met de bouw van een gloednieuw gebouw aan het Jansplein. Peters had veel problemen om het stuk grond geschikt te maken voor het plan, er moest grond bijgekocht en geruild worden voordat zijn plan op het perceel paste. De bouw van het neogotische gebouw werd gegund aan aannemer Otten uit Meppel. Op 26 april 1890 was na enige vertraging de opening. Bouwkundig rammelde het (letterlijk) een beetje. Want er was extra geld nodig voor reparatie van de pinakels.
Enige details: de noordgevel is 36 meter lang en tot de top 19,5 meter hoog en bestaat uit 19 gelijke traveeën. Geheel links is de deur van de directeurswoning. De uitvoering is in rode baksteen met groen geglazuurde banden. Het kantoor had ook een binnenplaats. Op de begane grond was een wachtzaal, een lokaal voor aangetekende brieven en postwissels, het lokaal van aankomst en vertrek, een bestellerslokaal en de directeurskamer. Later werd het kantoor verbouwd om meer ruimte te beiden voor de loketdiensten; het aanliggende pand werd in 1905 gekocht en bij het postkantoor betrokken. Van 1907 tot 1913 vond een ingrijpende verbouwing plaats. En dat was zeker niet de laatste verbouwing; continu bleef men bezig om het gebouw aan de eisen van de tijd aan te passen. Het gebouw raakte nauwelijks beschadigd in de oorlog, maar van september 1944 tot juni 1945 vonden er geen activiteiten plaats.
In 1968 en 1994 werd het gemoderniseerd. In 2004 werd het verkocht, maar het postkantoor bleef open tot 2 april 2009. De nieuwe eigenaar, Elzen Vastgoed, liet een plan maken om het op een duurzame wijze geschikt te maken voor de 21e eeuw. Het viel niet mee om een nieuwe bestemming te vinden. Een hotelbestemming of woningbouw viel af. Uiteindelijk werd gekozen voor horeca in combinatie met een boekhandel. De binnenplaats werd bij de verbouwing betrokken. Roltrappen geïnstalleerd. Maar de cultuur-historisch waarden werden in hoge mate gerespecteerd. Op 28 oktober opende La Place (100 m2) en boekhandel Selexyz (900m2).
Het Stationspostkantoor
Een ander interessant gebouw in Arnhem is het stationspostkantoor dat in 1959 in gebruik werd genomen. Het lag toen aan het Stationsplein-West. Het was bedoeld om het sterk gestegen verkeer op te vangen. Ook moest de nieuwe districtsdirectie hier gehuisvest worden. Het had geen eigen postperron en lag buitengewoon krap ingesloten tussen de gebouwen. Hans Holtus, oud-collega die hier werkte blikt terug.
“Even een paar opmerkingen uit mijn geheugen van het oude EKP aan de Renssenstraat 17 in Arnhem.
De Renssenstraat 17 was de kantooringang, maar deze zat meestal op slot. De ingang die gebruikt werd, was die aan het Stationsplein. Daar zat ook de pasjescontrole om door te kunnen lopen naar de kantoren. Het stationsplein was de plaats waar alle streekbussen stonden voor vertrek naar de omliggende plaatsen in Arnhem. Ook was hier de ingang waar de postvrachtauto's af en aan reden naar het oude "EKP". Ik weet niet of de term EKP toen al bestond.
Aan het stationsplein zat een aantal postkantoorloketten en verder de Expeditie, Sortering, Bestelling een Aan- en Afvoer. De Bestelling die vanuit het Stationsplein werd uitgevoerd had met name betrekking op het bestellen van brieven en pakjes in het centrum van Arnhem of direct daar om heen gelegen. Ik zelf ben hier ooit begonnen als zaterdagbesteller met als wijk het Spijkerkwartier in Arnhem. Destijds een "beruchte" wijk, maar inmiddels geheel geschoond...
Onder het postgebouw was een gangenstelsel. Via dit gangenstelsel kwam je met een lift op het perron van station. Dit gangenstelsel werd gebruikt om post en waardevolle zendingen van de trein direct over te brengen naar het postgebouw. Ik weet nog van verhalen dat daar ook vaak zendingen bijzaten met uurwerken uit Zwitserland.
Onder het gebouw was, gelijk aan het EKP in Groningen, de fietsenstalling met een aantal afgesloten ruimtes. In één van deze ruimtes stond destijds de eerste sorteermachine die handschrift kon lezen. Niemand mocht daar bij komen. De ruimte was afgesloten en als je toch in deze ruimte kwam, stond de machine in heen houten bekisting. Ik meen dat de machine uit China kwam.
Ikzelf was werkzaam bij het HIB. Het Hoofd Inspectie en Begroting van het postdistrict. Dit was een afdeling die uit drie subafdelingen bestond. Hoofd was destijds Peter Bol. Ik ben hem later nog wel eens tegen gekomen in Den Haag. De subafdeling waar ik werkzaam was heette Begroting Budgettering en Statistiek (BBS). Die deed de sterktestaten, staat 30/40 en iets met statistiek. Bijzondere tijd was dit. Als werd gebeld door De Centrale Directie uit Den Haag, mochten wij deze collega zelf niet te woord staan, maar waren we verplicht door te verbinden naar de manager van de subafdeling.
Dit is zo'n beetje het verhaal dat ik mij nog herinner. Praten we toch over zo'n 40 jaar geleden.”
Het gebouw is nu een "gewoon" kantoorgebouw. Hier is onder meer de FIOD gevestigd.
We plaatsten dit bericht onder het artikel:
"Mocht iemand een eigen verhaal hebben of dit verhaal kunnen aanvullen, neem dan contact op via gjfmklaas@gmail.com."
Hierop kwam een reactie binnen op 25 november van Luuk Bosker. Hij beschrijft levendig de dagelijkse gang van zaken in het stationspostgebouw. We plaatsen zijn bijdrage hierna.
“Ik las uw aardige verhaal over het postkantoor aan het Stationsplein in Arnhem. Ik heb nog een aanvulling op uw verhaal. Ik werkte in 1975 als tijdelijke kracht in het postkantoor op het Stationsplein bij de afdeling Pakketpost Aan- en Afvoer. Deze afdeling bestond uit een grote zaal met een gladde vloer op de begane grond waar meerdere rijen met vierwielige postkarren stonden opgesteld, waarop de postzakken met pakketten werden gestapeld. Het was er een druk heen en weer geloop met containers vol met zakken die verdeeld werden over de karren of direct elders in het gebouw werden verwerkt. De bestemmingen waren deels landelijk en ook grotendeels regionaal. De regionale karren werden op het achterliggende expeditieperron door grote DAF vrachtwagens opgehaald. De hoofdbesteller zat in een glazen hokje in de hoek van de zaal en regelde de planning van het personeel dat de post uit de treinen moest lossen. Je had toen nog speciale Motorpost-treinstellen waarin briefpost werd gesorteerd tijdens de rit. Deze hadden ook pakketpost in zakken bij zich die in Arnhem gelost werden. Veel postzakken kwamen nog met passagierstreinen en in de nacht kwamen de goederentreinen, dan werd met man en macht uitgerukt om die te lossen. Als medewerker kreeg je bij het begin van de dienst een kartonnen kaartje met de trein nummers en aankomsttijden. Bij de gewone passagierstreinen moest je snel zijn want anders sloten de deuren, als je nog in de trein was en moest je maar weer terug zien te komen.
Je ging naar de perrons via de tunnel. Vanuit de zaal liep je een lange verlichte ondergrondse gang in met aan de rechterkant donkere ruimtes waarin je normaal gesproken niet kwam. Er waren drie liften naar de perrons. Een van die ruimtes was het zakkendepot. Als je daar moest werken was het heel saai: Zakken controleren of ze leeg waren en opvouwen. Soms vond je ‘s nachts wel eens een slapende dakloze onder die zakken. Dat was schrikken. Rond Kerst werden de karren met kerstkaarten in deze kelders enige tijd geparkeerd vanwege ruimtegebrek op de afdeling stadspost. Die afdeling zat helemaal boven in het gebouw. Daar zaten allemaal vrouwen op draaikrukken achter een sorteerkast, alles ging met het handje. In het gebouw zat ook een etage met de inklaring van buitenlandse pakketten. Rond de kerst ging hier de post vanuit speciale goederenwagens, uit o.a. Zwitserland en Duitsland, naar toe. De hele afdeling Pakketpost rook rond de feestdagen naar de drank. Er sneuvelde nog wel eens een flesje. De goederenwagon uit Zwitserland was iets bijzonders en moest door de voorman met een betonschaar geopend worden. Die wagon stond apart gerangeerd op een zijspoor vlak bij het voormalige Post-stationsgebouw.
De postkarren werden met elektrische wagentjes, zogenaamde slippers naar de perrons gereden. Dit was een hele operatie via de liften. Er ging wel eens iets mis als een kar op het perron van de rem schoot, dan kwam deze op de rails terecht. Een aanstormende goederentrein raasde er dan gewoon overheen. Best link. Dan kwam vervolgens de postale recherche die alles moest veilig stellen. Ik heb dit een keer ‘s nachts meegemaakt. Ook viel er wel eens een zak post tussen perron en trein op de rails. Dan had je een postzak die onder het vet zat en vol zat met kapotte post. Ook hier weer werk voor de postale recherche. De afdeling Pakketpost Aan- en Afvoer was continue bezet. Er waren dagdiensten, avonddiensten en nachtdiensten. Aan ARBO- omstandigheden deed men niet, de postzakken met periodieken zoals Voetbal International waren loodzwaar en daar werd gewoon mee gegooid. Ook speciaal was de Wehkamptrein of de plastic zakken met dode dieren die voor nader onderzoek naar Wageningen werden gestuurd. Alles gebeurde nog handmatig in die tijd maar het liep daar in Arnhem wel als een goed geoliede machine. Iedereen hielp elkaar."
Maak jouw eigen website met JouwWeb