Hierboven en onder het postkantoor op het voormalige veemarktterrein uit 1880

Boven: het postkantoor van de heer Kouijzer aan de Almelosestraat

Onder: het postkantoor uit 1975 aan de Parkstraat

Directeur gezocht in 1911

Postgebouwen in Ootmarsum

Ootmarsum is een oud stadje in het Noordoosten van Twente. Mooi gelegen in een heuvelachtige omgeving. Ootmarsum lag vanaf de Middeleeuwen op een kruispunt van wegen vandaar dat ook een aantal postroutes door Ootmarsum liep. Ootmarsum kende in de loop der jaren ook verschillende postmeesters. In de logementen in de stad kon men dan pauzeren of zelfs overnachten. Een belangrijke route van West Nederland naar Duitsland liep door Ootmarsum. De route startte in Deventer.  In 1809 was er al een Bijkantoor met aan het hoofd een brievengaarder. Het kantoor viel onder het kantoor in Deventer.

In 1850 werd het kantoor een officieel Hulppostkantoor, ressorterend onder Almelo.

Maar na 1870 veranderde dit. Het Rijksbesluit dat elke gemeente een postinrichting moest hebben leidde al tot 140 postkantoren en 650 hulppostkantoren in 1870. In 1870 wendden een aantal bewoners zich tot de minister met het verzoek om in de gemeente een echt Postkantoor te stichten. In maart 1871 wendde de minister zich tot de gemeente om medewerking te verlenen. Tot 1878 werden beslissingen uitgesteld. Toen wendden bewoners zicht tot de Inspecteur der Posterijen. Maar op 14 februari 1879 besloot de gemeente een Postkantoor met een woning voor de directeur te bouwen. De PTT zou dit dan huren voor f 500 per jaar. In goed overleg tussen de overheden werd uiteindelijk besloten om een Post- en Telegraafkantoor te bouwen. Architect Vos uit Almelo maakte een bestek.

Post uit Ootmarsum werd tot 1870 meegegeven met een bodeloop naar Almelo of naar Oldenzaal. Na 1870 ging de brievenpost met een postwagen mee. De firma Frederiks verzorgde het transport. Na 1923 werden met een bus ook passagiers vervoerd naar Almelo en Oldenzaal.

In mei 1880 werd besloten het kantoor te bouwen op het terrein van de toenmalige veemarkt, tussen de Molenstraat, Westwal en Walstraat. Voor  f 7.100 werd de bouw gegund aan Jan ter Stege, timmerman en Jan Weustink, metselaar. De meerkosten waren f 781. Op 1 februari ging de huur in. Eerste directeur was A.Boot.

In 1907 kwam er een Telefoonkantoor bij. In 1908 telde het kantoor een directeur en drie bestellers. Aan verzendkosten werd  f 3962 ontvangen, 993 telegrammen werden behandeld en 1532 telefoongesprekken.

In de jaren daarna ontstond er enige onenigheid over de huurpenningen en de duur van het huurcontract. Dat leidde er uiteindelijk toe dat het kantoor in 1927 in status degradeerde tot hulpostkantoor.

Op 19 augustus 1927 werd het kantoor voor het grootste deel verhuurd aan de nieuwe kantoorhouder A.C.J.Kouijzer (Noot: opa van Guus). Kouijzer was in 1913 kantoorhouder geworden van het hulppostkantoor Overdinkel als opvolger van zijn vader die in 1910 na zijn pensionering bij de marechaussee deze post mocht gaan bekleden. Zijn functieomschrijving was toen nog brievengaarder.

In 1937 besloot Kouijzer om een nieuw woonhuis annex postkantoor te bouwen aan de Almelosestraat 11. Het oude postkantoor werd verkocht aan G.F.Hulsink. Later vestigde zich hier een pension, een B&B en nu is hier een kunstgalerie gevestigd.

Na het overlijden van A.C.J. Kouijzer namen zijn kinderen het kantoor over. Maar de familie had meer ruimte nodig. In 1966 werd een noodonderkomen gevonden aan de Oldenzaalsestraat. Na een tijd in een noodonderkomen aan de Parkstraat werd op 14 november 1975 door burgemeester Fleers de opening van het nieuwe hulpkantoor aan de Parkstraat, ontworpen door Koning en Rentjes uit Hengelo, verricht. Rond 1980 werd vanuit het bestelcentrum de post bezorgd in grote delen van de gemeentes Tubbergen,  Denekamp en geheel Ootmarsum. In het uitgebreide plattelandsgebied werd veel per auto bezorgd.

In 1993 stopte de loketfunctie, die ging over naar een postagent in de Grotestraat.

Door de grote veranderingen bij Post werd het gebouw aan de Parkstraat overbodig. Einde 2016 werd het gesloopt en op de plek werden woningen gebouwd.

 

Dit verhaal is voor een groot deel ontleend aan “Post in Ootmarsum”, uitgegeven door de Ben Morshuis Stichting in 1996