Postverkeer in de Atlas van Nederland

Nederland is opgegroeid met de Bosatlas. De Bosatlas die inmiddels een groot aantal speciale uitgaven kent. Zoals de Bosatlas van het Cultureel Erfgoed, de Bosatlas van Nederland en de Bosatlas van de Geschiedenis van Nederland. Maar er is nog een gezaghebbende atlas in dit land. De “Atlas van Nederland”. Wikipedia beschrijft deze als volgt: “De Atlas van Nederland wordt uitgegeven onder auspiciën van de Stichting Wetenschappelijke Atlas van Nederland en wordt gesubsidieerd door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. De eerste editie van de atlas verscheen in de jaren 1963 tot 1977. In de tweede uitgave, verschenen tussen 1984 en 1991 en gericht op een bredere kring van gebruikers, omvatte de atlas het in beeld brengen van zaken die verband houden met wonen, werken, verzorging, recreatie en communicatie binnen Nederland. De Redactiecommissie Atlas van Nederland, die in samenwerking met het Bureau Wetenschappelijke Atlas van Nederland, de Topografische Dienst en het Staatsdrukkerij- en Uitgeverijbedrijf de tweede uitgave verzorgde, koos voor een editie in twintig delen.

Met medewerking van de Universiteit Utrecht probeert de Stichting de atlas up to date te houden. Het ziet er niet naar uit dat er binnen afzienbare tijd een derde editie van de Atlas zal verschijnen. Daarvoor zijn de kosten te hoog. Om het voortbestaan van de Atlas te kunnen waarborgen, hebben medewerkers van de Universiteit Utrecht kaarten uit de tweede editie gedigitaliseerd en vergezeld van de bijgaande teksten op internet geplaatst. De indeling in twintig delen is daarbij gehandhaafd. In zijn huidige vorm bestaat de internetversie van de Atlas sinds 2001. Het is de bedoeling dat er in de toekomst kaarten aan de Atlas toegevoegd worden.”

In de eerste editie van deze atlas werd aandacht besteed aan de PTT. De uitgeverij (de tegenwoordige SDU) liet op blad XVI-9 zien hoe de poststromen in Nederland liepen. De kaart is gedigitaliseerd en nu te zien op een digitale expositie van kaarten van het Geografisch Instituut van de Universiteit van Utrecht.  Ik citeer de toelichting bij de kaart op de website: “In september 1967 werd er gedurende een hele week bijgehouden hoeveel poststukken er vanuit elk van de 45 postdistricten in Nederland naar de 44 andere districten werden verstuurd. Het resultaat is spectaculair, het toont een soort tweedeling tussen noord en zuid, beide op het westen georiënteerd, maar nauwelijks op elkaar: het aantal poststukken van bijvoorbeeld Groningen naar het gebied beneden de rivieren, of vanuit Eindhoven naar het gebied benoorden Zwolle is te verwaarlozen. De verschillende kaarten laten zien hoe deze culturele scheiding met onverwachte kwantitatieve gegevens in kaart kan worden gebracht. De kaarten zijn dus vernieuwend vanwege de bron, die niet eerder in kaartvorm werd gevisualiseerd.” Bron: http://objects.library.uu.nl

Het is wel bijzonder dat hier de term postdistricten werd gebruikt, Nederland kende toen elf postdistricten. De term “uitgangsgebieden” zou hier toepasselijker zijn geweest.

De kleuren betekenen het volgende: geel – blijft binnen eigen gebied; groen – uitgaande post; blauw – inkomende post.

Het valt op dat het verschil tussen steden als Den Haag en Rotterdam groot is. Dat Den Haag veel uitgaande post kent valt misschien te verklaren omdat de overheid veel berichten het land in stuurt. Dat steden als Meppel, Haarlem en Deventer veel uitgaande post hebben valt mogelijk ter verklaren door de aanwezigheid van drukkerijen. Bij Arnhem en Amsterdam is vermoedelijk de Postgiro de veroorzaker van de grote hoeveelheden uitgaande post. Men kreeg toen nog “dagafschriften” van zijn rekening.

Een bijzondere noot bij deze kaart is dat oud-collega Johan Vroonhof heeft meegewerkt aan de totstandkoming. Op zijn kamer in het gebouw aan de Beatrixlaan hing een exemplaar ter decoratie.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb