PTT’ers in de oorlog

Tijdens onze reizen door Nederland, op zoek naar het postale verleden, troffen we met enige regelmaat herdenkingsplaquettes en monumentjes aan ter herdenking van in de Tweede Wereldoorlog omgekomen oud-collega’s. Dat kunnen geëxecuteerde verzetshelden zijn, toevallige slachtoffers van een bombardement, concentratiekamp slachtoffers of slachtoffers gevallen tijdens de tewerkstelling in Duitsland. De PTT was tijdens de oorlog al een groot ambtelijk bedrijf dat volgens de richtlijnen van het oorlogskabinet zo goed en zo kwaad mogelijk de dienstuitvoering continueerde. Dat gold zowel voor postmedewerkers als voor telefoonmedewerkers. Velen verkeerden echter in de bijzonder positie dat ze konden spioneren of anderszins het verzet konden helpen. We maken een kleine rondgang. Opdat de verhalen verteld blijven worden.

Den Haag  - Nassauplein

We beginnen aan het Nassauplein in Den Haag. Hier staat een monument voor alle in de in oorlog gevallen werknemers van het PTT-bedrijf.  Het is verrezen in de jaren 1947-48, is gemaakt van Italiaanse travertin en is 7 meter hoog. We citeren weer uit de beschrijving op https://www.timswings.nl/hildokrop/ Het monument van Hildo Krop is een zuil, bekroond met een kapiteel waarin Sint-Joris en de draak zijn afgebeeld. Op het kapiteel is een beeld van een staande mannenfiguur geplaatst, wat de verpersoonlijking is van de herrijzenis. Aan de voet van de zuil bevindt zich een beeldengroep van een liggende vrouwen- en mannenfiguur, zij symboliseren de oorlogsslachtoffers.

Inscriptie met tekst van Krop:

VELEN VIELEN – ZO WEERLOOS
ALS HALMEN VOOR DE ZEIS
ENKELEN STONDEN – EN ZONGEN
ZONGEN EEN OUDE WIJS
DE OUDE WIJS VAN VRIJHEID
DIE TRILT IN ELK LEVEND HART

De tekst op de achterzijde van het voetstuk luidt:

OPGERICHT TER NAGEDACHTENIS
VAN DE WERKERS VAN HET PTT-BEDRIJF
GEVALLEN IN DE OORLOGSJAREN
1940-1945

Het monument is onthuld op 4 mei 1950 door de heer L. Neher, directeur-generaal van de PTT. Het stond toen bij het kantoor van de Centrale Directie van de P.T.T. aan de Zeestraat. In 1989 verhuisde de Centrale Directie. Het monument vond toen een plek op het Nassauplein. In  de serie “Weldadigheidspostzegels Zomer 1950” is het beeld van Krop terug te vinden.

Zie: https://www.4en5mei.nl/oorlogsmonumenten/zoeken/620/den-haag-centraal-monument-voor-gevallen-ptters

Aan de muur van het gebouw dat nu het Magna Plaza winkelcentrum is, maar in de oorlog het hoofdpostkantoor, vinden we nog een herdenkingsplaquette.

Amsterdam – Singel 250

 Toen het postkantoor aan de Nieuwezijds Voorburgwal sloot opende de PTT een lokettenkantoor aan de Singel 250. De reliëfs ter herdenking van de oorlogsslachtoffers werden hier in 1999 herplaatst en zijn daar nog te zien, al is het postkantoor natuurlijk al lang gesloten. Het PTT-monument in Amsterdam is opgericht ter nagedachtenis aan 140 personeelsleden van de PTT (Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie) die tijdens de bezettingsjaren door oorlogshandelingen zijn omgekomen. Het monument is onthuld op 13 juli 1947.

Het PTT-monument bestaat uit twee reliëfs. Op het eerste reliëf staat een afbeelding van een zittende mannenfiguur met een brandende toorts. Op het tweede reliëf staat een afbeelding van een zittende mannenfiguur, leunend op een vaas. De fakkel staat symbool voor het vuur van het verzet dat aan een ander wordt doorgegeven als men valt.

De tekst op de linkerplaat luidt:

1940 1945  WIJ GEDENKEN ONZE GEVALLEN COLLEGA’S

[de namen van 36 omgekomen personeelsleden]

VERMIST

[de namen van 36 vermiste personeelsleden]

ONS LEVEN ZIJ HUN STERVEN WAARDIG’.

De tekst op de rechterplaat luidt eveneens:

1940 1945 WIJ GEDENKEN ONZE GEVALLEN COLLEGA’S

[de namen van 36 omgekomen personeelsleden]

VERMIST

[de namen van 32 vermiste personeelsleden]

ONS LEVEN ZIJ HUN STERVEN WAARDIG’.

Uit piëteit noemen we de namen. In het besef dat achter elke naam een verhaal staat.

De namen van de 36 omgekomen personeelsleden op de linkerplaat luiden: A. Alberts, J. Beek, J.J. Bergmans, J. v.d. Berg, M. v.d. Berg, S. Beugellas, E. Bosboom, P. Bruyn, N. Brander, A.G. v.d. Brom, J.J.O. Buizer, F.C.C.M. Coelen, I. Cohen, I.N. Cohen, N. van Delft, N. Denneboom, P.H. Diekmeyer, S. Duka, A. Frankfort, E. Franschman, M. Franschman, B. Gobes, L. Goudeketting, T. de Graaf, H. v.d. Hal, J.W.J. Heeren, C.H. v.d. Heide, S.J. Hoepelman, I. Isaac, I. Jacobs, A. Jansen, J.M. Jansen, W.H. van Kampen, H. Kannegieter, J. van Kekem en L. Klein.

De namen van de 36 vermiste personeelsleden op de linkerplaat luiden: S.D. van Beek, A. v.d. Berg, A. Blitz, J. Blitz, B. Cohen, H.H. Cohen, Ph.J. Cohen, I. Cohen, A. Content, E. Delden, S. Delden, L. Dikker, A.E. Doornoor, J. Drenth, R. Dupont, S. Engelsman, J. Fegel, A. Frank, I. Franschman, M. Garen, A. van Gelder, L, Gosschalk, S. Gosschalk, S. Goudeket, H. Goudeketting, E. Goudsmit, H.M. Granaat, B. Grisjaver, R. de Groot, Ph. Grootkerk, Y. Halberstadt, L. Harpman, R.F. van de Heide, E. Heilbron, B.E. Herschel en E. Hoepelman.

De namen van de 36 omgekomen personeelsleden op de rechterplaat luiden: E.W. Korrel, H.W. Lakebrink, H.C. Lascoris, E. Lek, C. Lezer, W. Limburg, R. Lobatto, L. Lopes-Cardozo, J. Markus, F.J. Meere, H.J. Mieremet, M. Nunes Vaz., K. Ottema, H.A. Overst, M. Pach, J.F. Ris, J.Robles, C. Roffel, Ph. Romviel, J. Roselaar, J. Scheffer, D. Sluis, S. Swaalep, J.H. Swaanswijk, A.J. Temme, W.F.J. Versnel, A.Th.J. Versteeg, H. Visjager, J.F. de Vos, S. de Vos, S. Waas, J.W.C. Willems, C. Wurms, G. v.d. Werf, S. de Zoele, S. Sondervan.

De namen van de 32 vermiste personeelsleden op de rechterplaat luiden: H. v.d. Hoek, J. de Jong, L.Ph. de Jong, J.F.W. Jos, M.E. Kattenburg, E. Koekkoek, C.W. Koestal, D. Koltof, D.M. Koster, J. Lissing, S. Meijer, B. Mouwes, M. Mullem, L. v.d. Nes, A.J. v. Oosterom, F.R. Pekel, B. Polak, I. Polak, S.E. v. Praag-Sigaar, F.M. Schelvis, E.L. Schreuder, J. Simmeren, F.P.J. Spiekerman, H. Stokvis, S. Swaab, M. Tak, D. Tas, S. van Tijn, H. Vellein, C. Wissema, J.O. Witteveen en D. Workum.

https://www.4en5mei.nl/oorlogsmonumenten/zoeken/1507/amsterdam-ptt-monument

Utrecht – Neude

In Utrecht, in het voormalig postkantoor aan het Neude, nu de bibliotheek, troffen we een plaquette die twee helden eerde. Wolter Heukels en Leendert Lans legden tijdens de bezetting een illegaal netwerk aan waardoor het Utrechtse verzet contact kon onderhouden met andere groepen en verzetslieden Duits telefoonverkeer konden afluisteren. Hierdoor konden zestig treinen gesaboteerd worden. Beiden werden op 22 januari 1945 gefusilleerd.

 

 

Voor hun volledige verhaal zie: https://www.utrechtaltijd.nl/verhalen/verzetsstrijders-van-de-ptt/

Tiel – Hoogeinde 13

In Tiel zagen we een plaquette in de muur van het voormalige postkantoor. Deze plaquette herdenkt de heer N.A. Oostinga die op 24 december 1944 als gijzelaar op last van de Duitse bezetter werd gefusilleerd. Het monument werd in 1953 onthuld. In 2022 werd elders in Tiel een monument onthuld dat alle vijf gegijzelden die op die fatale dag gefusilleerd werden herdacht. Het achtergrondverhaal vinden we op Wikipedia. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Plaquette_van_N.A._Oostinga)

De PTT plaquette

Boven het monument in Drachten, onder het monument in Dokkum

Drachten

Johannes Joseph Erich werd op 10 september 1914 geboren in Dokkum. Hij vond een baan bij PTT Post. Op 26 mei 1944 werd hij vermoord. Zijn verhaal wordt door zijn familie in ere gehouden. We vinden het op www.erich.nu. We vatten het samen.

Johannes kreeg als taak om vrouwen op te leiden voor functies bij de Post, zodat de mannen vrijgespeeld konden worden om in Duitsland te gaan werken. Maar hij vond het nuttiger voor Nederland en zijn moreel geweten om bij de ondergrondse te gaan. Hij kwam in Drachten te werken en verrichte verzetsactiviteiten bij Post en bij het distributiekantoor. Zijn verzetsnaam was “De Schipper”.  Centraal punt voor het verzet was het belastingkantoor in Drachten gelegen aan de Stationsweg 58. Op 26 mei deed de SD hier een inval. Veel later werd door het Landelijk Overleg voor hulp aan onderduikers een rapport opgesteld met een reconstructie van het gebeuren.  De opsteller sprak ter plekke de persoon die het fatale schot had gelost, ene Leemhoff. Hij beweerde dat Erich hem had aangevallen met een schaar. Uit de reconstructie van het voorval bleek dat dat onmogelijk was. Alles wees er op dat Erich  -die aangewezen was als hoofddader- zijn mond had gehouden tijdens een aantal verhoren en dat Leemhoff hem uit frustratie een kogel door het hoofd had geschoten. Erich moet een soort vermoeden hebben gehad dat hij veel gevaar liep – twee dagen voor het dodelijke schot viel liet hij zijn testament maken. Bijzonder is dat hij bekend was met de in 2022 door de paus tot heilig verklaarde Titus Brandsma. Ze spraken met elkaar over de noodzaak tot het plegen van verzet.

De overige aanwezigen in het belastingkantoor werden afgevoerd naar het Gestapo hoofdkantoor in Groningen.

Johannes werd begraven op de Erebegraafplaats in Loenen.

Hij is niet vergeten. De PTT vermelde zijn naam op en plaquette. Maar ook vinden we zijn naam op monumenten in het gemeentehuis van Drachten, op het oorlogsmonumenten in Drachten, in het Verzetsmuseum in Leeuwarden en in Dokkum.

Het bidprentje van Johannes Joseph Erich

Maak jouw eigen website met JouwWeb