De panden van Guus

Gerard kwam op het goede idee om ons eigen traject door de postgebouwen te beschrijven. Ik volg zijn voorbeeld graag. Wat we gemeen hebben is dat we vooral kantoorgebouwen hebben gezien. Mijn droom om ooit nog eens in een kantoorvilla met uitzicht op een tuin te werken is nooit uitgekomen. Ook heb ik, op één uitzondering na, nooit in een monument gewerkt. Toch, met de wijsheid van nu, was de reis boeiend.

Boven het Postgebouw aan de Spoorlaan in Tilburg. Inmiddels ziet het er heel anders uit, maar zo herinner ik het mij uit begin jaren tachtig. Helmaal rechts was de ingang voor de bedrijfsarts. Onder zien we het monumentale pand aan het Delftseplein in Rotterdam. 

Van Tilburg naar Rotterdam

Ik begin de reis in Tilburg, de stad waar ik woonde tijdens mijn studie. Begin jaren tachtig was er amper werk voor afgestuurde economen dus ik was heel blij dat na een reeks mislukte sollicitaties Post mij wilde aannemen. Ook een degelijk bedrijf in de ogen van ouders. Maar bijna was het niet doorgegaan. Toentertijd moest je nog medisch gekeurd worden voor je mocht beginnen. De keuring vond plaats in het postkantoor aan de Spoorlaan in Tilburg. Ik was vermoedelijk zo enthousiast dat ik daar doorheen gekomen was, dat ik niet goed oplette. De chauffeur van een grote rode PTT Post vrachtwagen ook niet. Ik kon nog maar net ontsnappen en lag languit op de Spoorlaan. Een mooie carrière bijna al voor de start in de knop gebroken. Ik begon in januari 1982 in het postdistrict Rotterdam in de opleiding voor Hoger Gekwalificeerde Functionarissen (HGF), samen met twee collega’s. Een van de eerste dagen hadden we de eer kennis te mogen maken met de toenmalige districtsdirecteur, de heer Lugte.

 We zaten op drie stoelen naast elkaar, 20 meter van het bureau van de directeur verwijderd. De enige vraag die ik me herinner is de vraag of we een instrument bespeelden. Dan konden we door naar de Postharmonie. De cursus (met collega’s uit andere postdistricten) speelde zich af in Utrecht in een gebouw van het postdistrict Utrecht. Ik weet niet meer waar dat gebouw lag, maar het was dicht bij een haventje waar schepen met soja hun lading kwamen lossen. De lucht was buitengewoon doordringend. Was er geen cursus, dan konden we ons in een kamertje op het Delftseplein verder voorbereiden op een loopbaan door te studeren op de VPSZ (voorschriften personeelszaken) en de VP (voorschriften post). Al snel kreeg ik een stageadres op de afdeling Financieel Economisch Control die gevestigd was op de 5e etage van het Hofpleingebouw in Rotterdam.

Boven het Shellgebouw aan het Hofplein te Rotterdam. Ook dit gebouw staat er nog. Op het parkeerdek viel het verschil op tussen de glimmende Shell-bolides en de eenvoudige auto's van de PTT-ambtenaren. Onder: het postkantoor aan de Johan de Wittstraat in Dordrecht. Boven het postgedeelte was de telefooncentrale.

 In plaats van een bureau mocht ik gebruik maken van het bijzettafeltje van de chef, de heer Damhuis. Ik heb daar veel geleerd, want alle informatiestromen binnen het postdistrict kwamen daar langs. Toen ik even later vier maanden een stage liep als adjunct-directeur in het eersteklasse kantoor Dordrecht verzamelde ik alle info over het kantoor en nam dat mee. 

De buitengewoon sympathieke directeur Van Broekhoven en adjunct-directeur Zwijnenburg waren verbaasd over wat ik allemaal wist van hun kantoor. Ik kreeg daar ook de eerste kans om mijn studie  bedrijfseconomie in de praktijk toe te passen.Een bijkantoor in een nieuwe wijk passeerde de grens van een aantal lokethandelingen. Dat betekende dat het personeelsbestand volgens de normen verdubbeld mocht worden. Er kwam een beheerder en een loketambtenaar bij. Mijn vraag of er niet gewoon een halve fte bij kon omdat het toch wel wat drukker was, was wereldschokkend. Dat bespaarde nogal. Ik werd dan ook snel teruggehaald naar de afdeling FEC om daar chef te worden. Dat voelde toch wat vreemd om als jongste 16 medewerkers te hebben.

Al snel mochten een collega en ik mee met het Hoofd  Control naar het wekelijks overleg aan het Delftseplein met de adjunct-directeur van het postdistrict, de heer Westra. Vertegenwoordiger van een nieuwe tijd binnen Post. Ooit zag ik zo snel geen kapstok en legde ik mijn jas in de vensterbank. Waarop de directiesecretaresse binnenkwam, mijn jas oppakte en de historische woorden sprak: “Bij de directie hangen wij de jas aan een kapstok”.

Van Rotterdam naar Den Haag

Heel lang ben ik geen chef FEC geweest, want -zo ik later hoorde- in 1986 werd in een gesprek tussen de districtsdirecteur en het hoofd van de Centrale Afdeling Control Post (op het herentoilet) mijn transfer naar CA CP in Den Haag voorbereid.

Boven het AA-gebouw in Den Haag, herkenbaar in de TNT Post-periode. Zicht vanaf station Den Haag Centraal. Daaronder Voorlinden, het voormalige opleidingsinstituut voor Hoger Personeel. Onder: Het imposante gebouw aan Oostdokskade in Amsterdam. Welgelegen aan het IJ.

Daaronder: Gebouw H aan de Beatrixlaan in Den Haag. Als je nog niet depressief was, kon je het daar worden.

Ik werd daar coördinator Arbeidscapaciteit. Als er gestuurd werd binnen Post, dan was het in het arbeidsintensieve bedrijf op arbeidscapaciteit. Zoals Gerard al beschreef: de sterktestaat was leidend. In de stroom van verandering rond de verzelfstandiging in 1989 konden we dat omvormen naar een meer integrale sturing op productiviteit, kosten, baten en kwaliteit. Gerard leerde ik daar kennen als adjunct-hoofd. Toen ik in Den Haag begon in augustus 1986 was de afdeling net verhuisd naar het AA-gebouw aan de Beatrixlaan. Eindeloos bleef je bezig heen en weer te lopen via de trap naar de begane grond. Het brandalarm moest nog ingeregeld worden. Na de zoveelste interne verhuizing herinner ik me dat ik kamer AA974 kreeg, recht tegenover het interne postkantoor. Daar zat een vriendelijke mevrouw die niet veel te doen had en graag een praatje maakte. Omdat ik gewend was om met een open deur te werken en iedereen langs kwam, gaf dat nog wel eens wat afleiding. Toen de postdistricten waren opgeheven, CACP zich gespitst had in Control en Financieel Beheer en Bedrijfs Admistratie Post, werd ik controller Regio’s en later Controller Postverkeer. Over 1989 gesproken. Dat was het jaar van de verzelfstandiging. Van Staatsbedrijf werden we een NV. Dat werd onder meer gevierd met een groot feest op het PTT landgoed Voorlinden in Wassenaar. Hier is nu een prachtig museum gevestigd. Uit handen van de eerste voorzitter van de Raad van Bestuur kregen de aanwezigen een moderne witte telefoon. Met knopjes in plaats van een draaischijf!

Van Den Haag naar Amsterdam en weer terug

Deze Haagse periode eindigde in januari 1992 toen ik Hoofd Control werd in de Regio Noord West. Ik kreeg een gigantische kamer op de negende etage van het gebouw aan de Oosterdokskade in Amsterdam. Bij bezoek was ik altijd eerst tien minuten kwijt om het uitzicht op Amsterdam binnen en buiten de grachtengordel toe te lichten.

Onder de kantoortoren aan de Achterweg 1 in Groningen, de bovenste vier etages werden bezet door PTT Post - BU Brieven -ITF Administratie

Ik kreeg de kans om een enthousiast controlteam neer te zetten, de sfeer binnen de Regio onder de regiodirecteur, de heer Van Minderhout was prima! Maar de regio’s werden opgeheven. Najaar 1993 zat ik weer in Den Haag om met een projectteam, “the best en the brightest” van de Post, en een team van McKinsey na te denken over de sturing van Post middels een Executive Information System. Dat gebeurde in gebouw H aan de Beatrixlaan. Toen ik project afgelopen was ging iedereen weer gewoon aan het werk en zat ik in mijn uppie aan een tafeltje na te denken over de implementatie te midden van de lege pizzadozen. Een ontluisterend moment.

Toen dat vorm kreeg, werd ik na een wat treurig sollicitatieproces Controller van het Distributiebedrijf binnen de Business Unit Brieven. Dat bedrijf was verdeeld in 27 rayons, samen met de formidabele Henk Meijer reisden we, met als basis weer AA aan de Beatrixlaan 23, alle rayons af, we konden in praktijk brengen wat we op het gebied van contractmanagement en informatievoorziening bedacht hadden. Maar dikwijls voelden we ons vooral docent in het vakgebied. In die periode heel veel kilometers gemaakt.

Van Den Haag naar Groningen

Begin 1996 moest ik op een mooie dag bij mijn baas, de heer Gustings (directeur Informatie Technologie en Financiën) komen. Hij was zijn  managementteam wat aan het reorganiseren. Collega Gerda werd IT Hoofd en dan kon ik mooi haar baan in Groningen op me nemen. “Overleg het vanavond met Elly en dan hoor ik het morgen wel”.

Ach, Groningen, niets mis mee, dachten we. En zo verscheen ik in april 1996 aan de Achterweg 1 als Hoofd Administratie. De afdeling was nog niet zo lang daarvoor  verhuisd van het Hunzehuis voor het Hoofd Station naar de Achterweg achter het station. Dit was het kantoorgebouw bij het EKP waar de jaren daarvoor de postdistrictsdirectie had gezeten. Onder onze etages 5 tot en met 8 waren de burelen van het rayon Groningen, op de begane grond de bestelafdeling.

Eenmaal in Groningen werd dat mijn thuisbasis voor een lange reeks van jaren. Je komt wat moeilijk weg uit het noorden als je er een keer woont. In eerste instantie had ik een standaardkamer. Prima toch? Maar we hadden een periodiek overleg met de andere baasjes van KPN-afdelingen in Groningen.

Het tijdschrift Intermediair maakt rapportages over woon-werkverkeer. Zo stond een fotograaf ooit op Eelde om onze aankomst te vereeuwigen.

Parkeerplaats achter de ijzeren ketting en het kunstwerk van Jan Wolkers in Den Haag, Beatrixlaan. Heen en weer. Door de wind, door de regen, dwars door alles heen...

Nog herinner ik me de opmerking van een collega: “Zeg kerel, hebben ze je in dit hok weggedrukt?”. Veel later heb ik dan maar een wat grotere hoekkamer in gebruik genomen. Heel erg leuk was het dat de eerste jaren nog de vliegverbinding met Quick Airways tussen Eelde en Zestienhoven in gebruik was. Ik heb het geturfd, ik ben 125 keer heen en weer gevlogen. In al die Groningse jaren was ik toch wel een of twee keer per week in Den Haag. Het gebouw was niet ideaal, maar het grote voordeel voor de medewerkers was de ligging. Bovenop het OV en op loopafstand van het gezellige centrum van Groningen. Pas heel veel later kwam ik er achter dat mijn voorgangers, maar ik ook, een grote zonde hadden begaan. De kleurstelling binnen het gebouw bleek kunst te zijn, ontworpen door de bekende kunstenaar Bob Bonies. We hadden de donkere ruimtes gewoon lekker fris laten overschilderen.

Groningen, Den Haag  en dependances

Een oplossing om in Groningen te blijven was de mensen naar ons toe te laten verhuizen. Diepgaand onderzoek wees uit dat Groningen een ideale vestigingsplaats zou zijn voor een Financial Shared Service Center. Op 12 juli 2000 ging de Ondernemingsraad met ons plan akkoord. Ik kreeg zo tijdelijke vestigingen in Eindhoven en Apeldoorn alsmede een dependance in Den Haag (die uiteindelijk ook tijdelijk bleek te zijn). Later namen we ook het HR Shared Service Center en een deel van de Klantenservice over. Zo ontstond een grote vestiging in het Administratiegebouw aan de Mineurslaan. In de kantoren waar voorheen de staf van het postdistrict en de Regio Centrum gevestigd waren. Ook een deel van het HRSSC was in Zwolle gevestigd.

De afdeling in Groningen groeide zo had dat we op enig moment de volledige kantoortoren in gebruik hadden en nog een Portakabin op de binnenplaats hadden laten zetten. Een prachtige periode waarin we met een fantastisch team voor Post het begrip Shared Services inhoud konden geven. Landelijk en Europees trokken we de aandacht. Eind 2013 kwam bij mijn pensionering een einde aan mijn postale loopbaan, gedomineerd door heen en weer trekken tussen Den Haag en Groningen met wat uitstapjes naar Rotterdam en Amsterdam. 

Mineurslaan in Utrecht. Hier was het HR Shared Service Center o.l.v. Ton de Bie gevestigd. Onder: dependance Eindhoven was gevestigd in het voormalige stationspostgebouw.

PostNL is weg uit alle gebouwen waar ik gewerkt heb. Amsterdam Oosterdokskade en Groningen Achterweg zijn afgebroken. In Rotterdam Hofplein, Dordrecht, Den Haag Beatrixlaan en Utrecht Mineurslaan zitten nu andere huurders. Van al “mijn” gebouwen staat alleen Rotterdam Delftseplein nog fier en herkenbaar overeind. Toen door mij ervaren als een lelijke betonkolos, nu in mijn ogen een schitterend monument uit de Wederopbouwperiode.

Onder: de sloop van Achterweg 1 in Groningen.

Uitzicht op station Groningen van achter mijn bureau

Maak jouw eigen website met JouwWeb