Het National Postal Museum in Washington

Geschiedenis van het museum

De ‘National Philatelic Collection’ werd in 1886 opgericht door het Smithsonian met de donatie van een vel 10-cent Confederatie postzegels. Gulle giften van particulieren en buitenlandse overheden, overdrachten van overheidsinstanties en incidentele aankopen hebben de collectie uitgebreid tot een huidige totaal van meer dan 5,9 miljoen items.

Van 1908 tot 1963 was de collectie ondergebracht in het Smithsonian's Arts and Industries Building op de National Mall. In 1964 werd de collectie verplaatst naar het museum dat nu bekendstaat als het National Museum of American History. Daar werd de collectie uitgebreid met afdelingen postgeschiedenis en postzegelproductie.

In 1990 sloten de United States Postal Service en het Smithsonian Instituut een overeenkomst tot de oprichting van een nieuw museum.  De collectie werd vervolgens verplaatst naar de huidige locatie en het National Postal Museum werd geopend op 30 juli 1993.

Het is misschien goed om even te vermelden wat het Smithsonian is. De ‘Smithsonian Institution’ werd in 1846 bij wet opgericht door het Congres als een onafhankelijke federale trust, een publiek-privaat partnerschap dat al meer dan 175 jaar bestaat en zich duidelijk bewezen heeft. Deze federale organisatievorm is de basis voor alles wat ze doen en is vooral nuttig bij het aantrekken van particuliere steun. Doel is de levens van het Amerikaanse volk te verrijken en de missie voor "de toename en verspreiding van kennis" te bevorderen. In de ‘Board of Regents’ zitten politici, zoals de vicepresident, en burgers.

Het hoofd van het Smithsonian is de secretaris, die wordt benoemd door de Board of Regents. De secretaris houdt toezicht op 21 musea, 21 bibliotheken, de National Zoo, talloze onderzoekscentra en verschillende onderwijseenheden en -centra. Het mooie is dat de toegang tot alle instellingen gratis is.

Het atrium

Je komt binnen in een indrukwekkend atrium.

Het plafond is 30 meter hoog. Aan dit plafond hangen drie postvliegtuigen (voor de liefhebber: een Curtiss Jenny, een Stinson Reliant en een DH9). Dat verwacht je niet als Europees bezoeker! Maar in de Verenigde Staten zijn de afstanden echt groot.

Van de oost- naar de westkust was het een reis van maanden per postkoets. Dat werd natuurlijk aanzienlijk korter toen na 1870 er vele spoorwegen werden aangelegd. Maar dan nog kostte het transport van brieven en pakketten veel tijd. Na de Eerste Wereldoorlog kwam het vliegtuig op. Amerika zag dit als het ideaal vervoermiddel voor post. Vliegtuigen uit de Wereldoorlog werden omgebouwd, maar ook werden er steeds snellere modellen ontworpen.

Ook ziet men in het atrium een gereconstrueerde postwagon, een postkoets uit 1851, een Ford Model A postwagen uit 1931 en een moderne Long Life Vehicle postwagen.

Wat is er verder te zien?

Het National Postal Museum biedt naar eigen zeggen onderdak aan een van de grootste en meest belangrijke filatelistische en posthistorische collecties ter wereld en een van 's werelds meest uitgebreide bibliotheekbronnen over filatelie en posthistorische geschiedenis. De vele tentoonstellingsgalerijen van het museum presenteren de Amerikaanse postgeschiedenis van de koloniale tijd tot het heden, terwijl de collecties prestigieuze Amerikaanse en internationale postuitgaven en gespecialiseerde collecties, archiefpostdocumenten en 3D-objecten bevatten.

De bibliotheek annex onderzoekscentrum is alleen te bezoeken op afspraak. Ze bevat meer dan 40.000 delen en manuscripten.

Tot de permanente tentoonstellingen behoren: “Binding the Nation,” “Systems at Work,” “Moving the Mail,” “Mail Call,” en “Customers and Communities.” Het museum is ook de thuisbasis van de William H. Gross Stamp Gallery, de grootste postzegelgalerij ter wereld.

Bezoekers kunnen over een koloniale postweg lopen, met de post meerijden in een postkoets, rondneuzen in een klein postkantoor uit de jaren 20, gratis postzegels ontvangen om een ​​verzameling te beginnen en meer.

Museumpresentaties brengen het verhaal van "Owney", de mascottehond van de Railway Mail Service, tot leven en vertellen de geschiedenis van Amerikaanse posttreinen.

Heel interessant is de geschiedenis van de Pony Express. Een grote naam, maar eigenlijk bestond die dienst maar twee jaren. Van 1860 tot 1861. De Pony Express was een koeriersdienst van ruiters die post en kleine goederen vervoerden van Missouri tot Californië. Deze staten waren nog niet per telegraafdienst verbonden en doordat de ruiters van de Pony Express elkaar in estafettevorm afwisselden was het mogelijk om een bericht tussen de Atlantische en de Grote Oceaan te versturen in ongeveer tien dagen. De Pony Express is dan ook legendarisch en onderwerp van een aantal verhalen en films over het Wilde Westen. In 1861 werd de dienst overbodig door de komst van de transcontinentale telegraafdienst. De te overbruggen afstand was 3100 kilometer. Een traject met 184 wisselpunten. Niet snel daarna, in 1860 werd de eerste transcontinentale spoorlijn geopend.

Het museum beschikt ook over posthistorisch materiaal dat dateert van vóór de tijd van de postzegels, voertuigen die werden gebruikt om post te vervoeren, brievenbussen en postzakken, postuniformen en -uitrusting. Interessant is de verzameling brievenbussen, niet alleen de Amerikaanse modellen zien we, maar ook een collectie van over de hele wereld.