Chris Spanjaard – de laatste Voorlindenaar
Een gemeenschappelijke kennis bracht ons uiteindelijk samen. De kennis had Chris -een voormalige Post collega- gewezen op het bestaan van deze website. Op een mooie dag kregen we een mail: “Ik heb op zolder nog een doos staan met oude foto’s en andere documenten, heb je belangstelling?” Nu willen we ervoor waken dat onze huizen helemaal vollopen met oud papier. Maar zo’n vraag was wel een hele mooie aanleiding voor Guus om eens bij Chris en zijn echtgenote Corlien (overigens ook oud-PTTer, als bedrijfsmaatschappelijk werker) op bezoek te gaan. Dat was niet zo moeilijk, want hij woonde bij wijze van spreken, om de hoek. Op 24 februari 2025 spraken we elkaar. We raakten niet uitgepraat!


G: Chris, allereerst: hoe ben je hier in Groningen terecht gekomen?
C: Dat is simpel. Mijn laatste baan was hoofdirecteur van de Informatie Beheer Groep -dat wat nu DUO heet- en na mijn pensionering zijn we in het noorden blijven hangen. Het is hier goed wonen!
G: Dat klopt. Voor mij geldt van hetzelfde laken een pak. Niks mis met Groningen! Maar laten we het eens over je PTT verleden hebben. Hoe ben je binnen komen waaien bij het voormalige Staatsbedrijf?
C: Ik ben de allerlaatste Voorlindenaar. Voorlinden was het opleidingsinstituut van de PTT waar de daartoe geselecteerde vwo-ers tot hoger personeel in de exploitatieve dienst werden opgeleid. Maar dat ik aangenomen werd was een vergissing. Bij mijn aanstelling had men niet beseft dat ik nog in dienst moest. Dat heb ik maar liefst uiteindelijk 22 maanden gedaan. Een van mijn “belangrijke” taken daar was het de voeten verzorgen van de groene baretten in Roosendaal (strafplaatsing).
Toen ik uit dienst kwam was de Voorlindenopleiding opgeheven. Maar ik had wel die toezegging. Toen is er voor mij een maatwerkopleiding bedacht. Omdat in Arnhem zowel een post- als een telefoondistrict was en ook een girokantoor werd ik daar naartoe geplaatst. Tijdens mijn stages deed ik nadat ik de bedrijfsopleidingen met succes had afgerond overdag uitvoerend werk, als monteur, loketambtenaar en opdrachtencontroleur.
‘s Avonds volgde ik een opleiding Bedrijfskunde. In 1974 kreeg ik het officiële diploma “Hoger Personeel Exploitatieve Dienst”.
Linksboven: Een foto van Chris Spanjaard als directeur Sortering & Transport.Bron: Management Journaal Post, juni/juli1997
Links: De statige ingang van het voormalige Opleidingsinstituut Voorlinden. Een foto uit 2016.

Boven: Tot 1986 was aan de Kortenaerkade het hoofdkantoor van de PTT gevestigd. DEze foto is uit 2023. Daaronder: Hier, aan de Kerkstraat, was het hoofdkantoor van het Postdistrict Den Bosch. Op de begane grond een postkantoor.

G: En toen natuurlijk echt aan het werk!
C: Men vond het gegeven mijn rare opleiding nuttig om mij lespakketten te laten schrijven voor nieuwe intreders. Dat heb ik maar kort gedaan. Ik stapte over van de Centrale afdeling Opleiding Vorming & Training naar de Centrale Afdeling Personeelsvoorziening en Loopbaanontwikkeling. We volgden nog de klassiek schalen uit het Rijksambtenarenreglement, ik werd gepromoveerd van adjunct-referendaris tot referendaris der tweede klasse, Van aref tot ref 2, zeg maar van wat nu schaal 9 is tot schaal 10. Ik moest me daar bezighouden met de vacaturevoorziening voor functies van het hoger personeel van Telecom, waarbij de functies van inspecteur voor bijzondere diensten en hoger voor gelegd moesten worden aan de plv. Hoofddirecteur T. Dat zou nu schaal 14 en hoger zijn. De beslissingsbevoegdheid daarvoor lag bij de Directieraad. Dus elke dinsdagmorgen zat ik aan tafel bij Cor Wit, toen nog plv hdr, de vacatures door te spreken.
G: Zo kwam je natuurlijk wel “in the picture”, zoals dat heet tegenwoordig!
C: Ik denk dat dat wel een beetje meespeelde. Men bood me de functie aan van chef Personeelsdienst in het Telefoondistrict Hengelo. Niemand begreep dat ik naar Post wilde. Eerlijk gezegd werd op de Centrale Directie en bij Telecom nogal neergekeken op Post. Daar ging je heen als je niets anders meer kon. Voor mij onbegrijpelijk. Het alternatief was adjunct-hoofd en later hoofd van de Personeelsdienst in het Postdistrict Den Bosch. Dat heb ik gedaan tussen 1977 en 1985. Ik voelde me daar erg thuis. Heel bijzonder was dat ik tijdens de poststaking van 1983 de rol kreeg van onderhandelaar met de stakers.
G: Maar we hebben ook nog een periode beiden in Rotterdam gewerkt. Maar ik geloof dat we daar geen actieve herinnering meer aan hebben.
C: Klopt. Ik wilde ook wel graag een operationele functie. Onder adjunct-directeur van het postdistrict Rotterdam Bert Ekker kon ik in 1986 Hoofd Verzending & Vervoer (HVV) worden. Rotterdam had ook nog een Hoofd Bestelling Briefpost (HBB). Toen die met pensioen ging werden de functies gecombineerd tot Hoofd Postverkeer (HPV). In die rol was je echt de baas van het Expeditieknooppunt aan het Delftseplein, de Aan- en Afvoer met postauto’s en alle bestelkantoren in Rotterdam Stad. Met de komst met de stadsdirecteuren is dat weer gesplitst.


Het oude EKP annex districtspostkantoor aan het Delftseplein in Rotterdam. Daaronder een doorsnede van het gebouw. Afbeeldingen ter beschikking gesteld door oud-collega Willem van der Hoff (uit een brochure uit 1959/1960).Onder een schets van het nieuwe EKP/SC uit een folder van begin jaren 90.

G: Dat moet dan toch in de jaren zijn geweest dat het nieuwe EKP bij het Terbregseplein gebouwd werd?
C: Het expeditieknooppunt moest weg uit de binnenstad, juist door de veranderingen aan het spoor in verband met de bouw van de Willemsspoortunnel. Het was een zoektocht om een goede plek te vinden. Het moest aan het spoor zijn en veel mogelijkheden zijn er dan niet en er was haast bij. Uiteindelijk was de huidige plek de beste. Het laatste probleem was dat de gemeente op een hoekje van het terrein een aantal gezinnen gehuisvest had. Gezinnen die door hun gedrag niet pasten in gewone woonwijken en ook daar ook niet wilden vertrekken. Op een mooie ochtend ging ik er heen, met de aannemer en een bulldozer. Bij me een dikke zak met geld. Ter plekke boden we ze een bedrag als ze onmiddellijk zouden vertrekken. Dat deden ze. Gelukkig!
G: Je werd dus de bouwheer van het nieuwe EKP?
C: In die jaren begonnen de plannen m.b.t. het project Briefpost 2000 wat vastere vormen te krijgen en wisten we dat we rekening moesten houden met veel grotere productie vloeren. Dat betekende dat het nieuwe gebouw van EKP meteen doorgroeide naar een sorteercentrum brieven. Op 26 mei 1993 werd het geopend door minister-president Lubbers, een echte Rotterdammer. Ondertussen had ik de functie van directeur Regio Centrum gekregen.
G: Vond je het niet vervelend dat je het niet hebt kunnen afmaken in Rotterdam?
C: Ja en nee. Natuurlijk voelde het wat onaf, maar je weet dat je bij de PTT soms heen en weer geschoven wordt. Ik kreeg, heel eervol, de functie van directeur van de Regio Centrum in 1990. Erg jong, want ik was toen nog maar 40. Dat gaf her en der wel wat scheve ogen dat zo’n jonkie zo’n functie kreeg.
De twaalf districten waren opgeheven en er waren genoeg oudere en meer ervaren adjunct-directeuren die zo’n functie ambieerden. Mijn voorganger had te maken met een fusie tussen de postdistricten Den Haag en Utrecht die feitelijk mislukt was.
Mijn baas, Bert van Doorn, bracht bij zijn eerste bezoek ook een rode lantaarn met zich mee, die bleef jaren boven op mijn kast staan. Bij mijn vertrek hebben we hem laten vergulden! Wat ik aan mijn tijd in de productiewereld in Den Bosch, Rotterdam en in Utrecht wel heb overgehouden is een grote bewondering voor alle praktische mensen in de uitvoering die met veel nuchterheid en gezond verstand problemen oplosten of voorkwamen.

Aan de Mineurslaan 20 lag het Hoofdkantoor van de Regio Centrum

In 1994 weer terug naar Den Haag, het hoofdkantoor aan de Beatrixlaan 23. toen was het overigens nog gewoon PTT Post en niet TNT Post.

In 1997 reed de laatste posttrein. Hier Mp3008 op 20 juli 1989 in Utrecht. Bron: Langs de rails.

Als directeur van de Regio was het ook mijn taak het nieuwe, door de Tweede Kamer vastgestelde vestigingsbeleid i.v.m. de teruglopende lokethandelingen a.g.v. de komst van de giromaten te realiseren en een fors aantal kleine, onrendabele kantoren op te heffen. Dat veroorzaakte overal veel pijn, maar waar dat wel lukte in het hoofdkantoor aan de Beatrixlaan gaf dat in het gebouw van de Tweede Kamer onoverkomelijke problemen. Uiteindelijk heb ik een compromis kunnen sluiten met de Kamervoorzitter Deetman om het kantoor maandags en vrijdags te sluiten, dan waren er toch geen Kamerleden.
G: In 1989 werd de PTT van staatsbedrijf een NV. Een belangrijke verandering. Wat merkte jij daarvan?
C: Het werd natuurlijk allemaal een stuk zakelijker. De omzetting van 12 postdistricten in 5 regio’s was al in gang gezet en een marktconform arbeidsvoorwaardenpakket in een nieuwe CAO vertaald. Voor het hoger personeel werd een aparte beloningsregeling afgesproken waaraan later nog een bonusregeling werd toegevoegd. In combinatie met de opsplitsing in Business Units (Loketdiensten, EMS, Media Service en Pakketpost) leidde dat soms tot het opkomen voor deelbelangen.
Een uitvloeisel van de nieuwe organisatie was het opheffen van de Regio’s in 1994. De loketdiensten gingen naar een eigen Unit met zonemanagers (later de joint venture met ING Postkantoren BV). Distributie werd verdeeld in 27 Rayons en ik werd bij de Business Unit Brieven directeur Sortering en Transport, waar de op te heffen ekpn en de bouw en inrichting van de 6 nieuwe Sorteercentra onder vielen. Briefpost 2000 kwam toen in de realisatiefase. De aansturing van mijn organisatie kreeg daarmee wel een volstrekt ander karakter. De voortgang in de bouw van de 6 sorteercentra en de plaatsing en installatie van de sorteerapparatuur enerzijds en het herplaatsen van de medewerkers op de te sluiten perifere ekpn anderzijds vergde toen al mijn aandacht. Het omgaan met technici was voor mij nieuw en ook wat complex. Het ontbrak soms aan goede voortgangsrapportages. Ze hadden iets te vaak de neiging om te roepen “dat komt wel goed”, zonder uit te leggen wat de precieze stand van zaken was. Wat ook in die tijd speelde was het beëindigen van het contract met de NS, want de nieuwe sorteercentra lagen niet meer aan het spoor. Het probleem was: er was geen contract. Alleen een hele hoop afspraken in gespreksverslagen van ambtenaren van Post en NS met lieden van het ministerie van Verkeer en Waterstaat in een sfeer van toen iedereen nog onder hetzelfde departementale dak leefde. Maatschappelijk was er nogal wat tegenwind. Voor de beeldvorming konden we in de Kamer laten zien dat vervoer over het spoor in kilometers maar een klein deel van ons totaal aantal kilometers was als we alle km’s in de bestelling meetelden. Misschien een beetje een doelredenering. Uiteindelijk werd ik later ook nog belast met de verkoop van de Motorposttreinen en de goederenwagons. Een deel kwam in Polen terecht.
Als ik terugkijk naar die periode dan is het soms met enige verwondering hoe we de veranderingen aan stuurden. De directeur Brieven, Bert van Doorn, de directeur distributie Piet Drapers en ik waren alle drie mensen die vroeg begonnen. Elke morgen om half 8 bespraken we dan alles wat speelde even voor, korte lijnen los van omslachtige overlegstructuren. Wel ben ik er trots op dat elk EKP bij de opheffing een groot feest kon geven en al het personeel onder de pannen was, dat was een groot succes.
G: En een paar jaar later zat je weer in je oude vak: Personeelszaken.
Links: In het Management Journaal Post van zomer 1997 werd Chris uitgebreid geïnterviewd, de kop luidde: Hebben we echt niets over het hoofd gezien?

De veel bewogen bedrijfsgeschiedenis van de PTT in een notedop. Op 28 juni splitste KPN zich. In KPN en de TNT Post Groep. Bron: Zakenkrant.

Chris kreeg tot taak om KPN Autolease te verkopen. een eerbiedwaardig bedrijfsonderdeel, maar managerial wat verwaarloosd. Op deze postzegels van PostNL zien we de verschillende bedrijfskleuren.

PTT Autolease had als concernonderdeel blauw in zijn bedrijfsstijl. Het rode en groene blokje stonden voor Post en Telecom. Voor de jeugdige lezers: dit is een zogenaamde telfoonkaart.

Veranderingen op CAO gebied: meer dan alleen de kleur op de kaft

C: Het was inderdaad nooit saai. Met het oog op de splitsing van Post en Telecom was het noodzakelijk om met de vakbonden een eigen Post-CAO af te sluiten. Om daarbij de nodige operationele inbreng te verzorgen ben ik aan het team van de directeur PSZ toegevoegd en ben hem bij zijn vertrek naar VSP (een distributeur van ongeadresseerde post) opgevolgd. Na een nieuwe CAO moest ook een bedrijfseigen Pensioenregeling met de vakbonden worden afgesproken. Eindloon werd middelloon en VUT werd flexibel pensioen, dat waren de belangrijkste wijzigingen, maar het vergde nog heel veel communicatie en uitleg naar de medewerkers en een langdurig onderhandelingstraject met de bonden voordat alle effecten en wensen op een goede manier waren vertaald in een nieuwe pensioenregeling.
Op 28 juni 1998 moest KPN zich opgesplitst hebben in KPN Telecom en PTT Post. Dat betekende het verdelen van de vele concernstaven over Post en Telecom en het verzelfstandigen of outsourcen van de blauwe dochters zoals de centrale diensten genoemd werden zoals KPN-Autolease, KPN Risicom de Bedrijfsgeneeskundige dienst, Kunst en Vormgeving enz.
G: Wat hield dat in, dat verdelen van concernonderdelen?
C: Diensten die voor alle eenheden werkten vielen rechtstreeks onder het concern. Maar dat bestond niet meer na juni 1998. Maar de auto’s moesten wel blijven rijden en de beveiliging moest doorgaan. Telecom had geen belangstelling voor Autolease of Risicom, dus in het kader van de splitsing (operatie Walnoot) kreeg Post die toegeschoven. Maar die diensten wilden we toch wel graag uitbesteden. Op een mooie dag vond ik een briefje op mijn bureau dat ik de uitbesteding van Autolease moest regelen. Dat was al eens geprobeerd, maar niet gelukt. Ik ben toen maar eens met kandidaat-overnemer ABNAMRO Auto Lease gaan praten. Wat bleek? Ze vonden het een organisatie met een waterhoofd, er was een enorme overcapaciteit in de werkplaatsen, veel slechte risico’s in de leaseportefeuille en er was een onderdeel carrosseriebouw die ze echt niet wilden overnemen. Eerst saneren leek dan toch het beste. Typisch voorbeeld van de slechte communicatie toen was dat toen ik daar binnenstapte de toenmalige directeur niet eens wist dat ik in zijn plaats tot statutair directeur benoemd was. Het was heel veel werk om de verwaarloosde organisatie te saneren, maar het lukte. Ondertussen kregen we ook nog te maken met veel lijken in de kast zoals mogelijke claims m.b.t. vervuilde grond ook bij werkplaatsen, die we al lang verlaten hadden. Ook onverwachte zaken als de sponsoring van Korfbal, die voor de overdracht beëindigd moest worden. Uiteindelijk kregen we een goede prijs. 800 Miljoen gulden als ik het me goed herinner. Daar zaten natuurlijk ook gebouwen op centrale plekken in binnensteden bij en het gigantische wagenpark.
Ook Risicom verkopen was een bijzonder proces. VNV (Verenigde Nacht Veiligheid Bedrijven) was de nog enig overgebleven gegadigde. Ik maakte kennis met directie in de Vossiusstraat in Amsterdam, waar ze gevestigd waren in een riant herenhuis. De directeur was daar begonnen als werkstudent (tandheelkunde) en opgeklommen tot directeur. De onbekendheid met het fenomeen alarmcentrales, zoals wij die vanuit telecom hadden opgezet en de constatering dat veel van onze medewerkers postbodes of monteurs waren “met kapotte knieën” was niet direct behulpzaam bij een soepele overgang. Het was een Joods familiebedrijf, de macht berustte bij de raad van commissarissen tevens bezitters van de aandelen. Met uitzondering van de voorzitter waren verder alle leden familie en werd dus bij elke vergadering eerst het wel en wee van de familie inclusief vakanties besproken. Veel merkwaardige zaken kwam ik bij het inventariseren van de boedel tegen zoals zelfs een zeiljacht, destijds aangeschaft vanuit onnavolgbare commerciële motieven. Uiteindelijk werd ik wel door de familie geaccepteerd en kreeg ik een plaats in de RvC omdat we uiteindelijk ons voor 20% lieten betalen in aandelen VNV. Concerncontroller Huub Popping was in dit proces voor mij van enorm grote waarde.
Links: De aankondiging van de overname van Risicom in de Volkskrant van 8 januari 1998

Rechts: de afbraak van de oude gebouwen van de Informatie Beheer Groep, links de nieuwbouw van DUO in Groningen

Purolater & Canada Post
G: En toen kwam er iets heel anders op je pad.
C: Vanuit de Concernstaf Management Development kende kamerlid Marjet van Zuijlen mij. Rond het jaar 2000 was de Informatie Beheer Groep in Groningen door een mislukte ingrijpende reorganisatie in grote financiële en organisatorische problemen geraakt. Het leek verstandig om iemand van buiten te halen om de zaak weer op de rails te krijgen. Marjet, toen werkzaam bij de vacature betrokken headhunter, tipte minister Loek Hermans en die kwam bij mij terecht. De IB-Groep was toen nog een Zelfstandig Bestuurs Orgaan (ZBO) en dat sloot aan bij mijn belangstelling. Het lukte mij om weer orde en netheid in de processen te brengen. De it.-processen werden vereenvoudigd en gestandaardiseerd en de mensen konden vanuit hun deskundigheid helpen om de bijzonderheden en uitzonderingen op te lossen. Bovendien is het gelukt om zowel voor de IB-Groep als de belastingdienst een nieuw gebouw te realiseren, dat inmiddels in Groningen de bijnaam Het Cruiseschip heeft gekregen. In 2010 ging de IB-Groep op in DUO, de Dienst Uitvoering Onderwijs, een agentschap van het Ministerie van OC&W. Mijn opvolger werd directeur-generaal uitvoeringszaken op het ministerie. Ik ben nog twee jaar adviseur geweest en daarna ging ik met pensioen.
G: Maar de appel is niet ver van de boom gevallen?
C: Nee hoor. Mijn zoon is begonnen bij PTT Post, sorteercentrum pakjes in Zaltbommel. Heeft voor TNT over de hele wereld gewerkt en is nu directeur van Purolator, de pakjes divisie van Canada Post.
G: Chris, de aanleiding voor mijn komst was een doos met documenten….
C: O ja, hij staat klaar!
G: Chris veel dank voor deze middag. Het was boeiend!
Maak jouw eigen website met JouwWeb