Een Friese parel – Leeuwarden Tweebaksmarkt

Bij onze verkiezing naar het mooiste en interessantste (voormalige) postkantoor van Nederland vroegen we de bezoekers van onze site ook of er kantoren waren die abusievelijk niet op de longlist stonden. Kantoren die zeker in de top 10 hadden moeten staan. Daarbij kwam een aantal keren het kantoor aan de Tweebaksmarkt in Leeuwarden naar voren. Het gebouw dat nu zo prachtig verbouwd is tot Hotel – Grand Café  Post-Plaza. Gerard heft hier overnacht en een rondleiding gehad. Guus mocht tijdens coronatijd even achter de deur kijken. We waren onder de indruk. Een bezoeker van onze site stuurde ons het boekwerkje “Van Minderbroedersklooster tot Post-Plaza”. 1) Het is tijd om dit gebouw nader te bekijken.

De voorgeschiedenis

Het boek beschrijft uitgebreid de voorgeschiedenis. Het blijkt dat in de staat eertijds een klooster stond. De beschrijving van dat stuk geschiedenis valt echter buiten de scope van deze site. Interessant wordt het als de postverbindingen van Leeuwarden beschreven worden. In 1733 kreeg Leeuwarden een postverbinding met Groningen, later ook in op Lemmer voor post richting Holland. In 1855 is er sprake van postvervoer per stoomboot. De postdienst zelf is gevestigd in het “Gouden Wagentje” – op de plek waar nu de HEMA is gevestigd. De naam Posthoornsteeg herinnert nog aan die tijd. Bij herberg de Posthoorn werden de paarden gewisseld. Na de nationalisering van de postbedrijven was de staat verantwoordelijk voor de post. Maar die nam dat pas echt serieus na de Postwet van 1850. Elke gemeente moest een postkantoor krijgen. Dat werd gevestigd in de woning van de directeur. Vele wisselingen van adres waren het gevolg.

Een echt postkantoor

Een “echt” postkantoor  wordt pas op 1 augustus 1871 in gebruik genomen en officieel geopend op zondag 15 oktober 1871. Steeds meer diensten worden vanuit dit pand aan de Wortelhaven aangeboden. Pakjes kunnen verstuurd gaan worden via het postkantoor, de Rijkspostspaarbank krijgt een loketfunctie in het postkantoor. Het telegraafkantoor is ook in het pand gehuisvest. Een verbouwing geeft tijdelijk lucht. Maar in 1896 komt men tot de conclusie dat het gebouw te klein wordt. Ook het telefoonverkeer komt in opkomst. Na veel geharrewar (vooral ook over de prijs van de grond) besluit de minister op 30 november 1899 in met nieuwbouw aan de Tweebaksmarkt. Rijksbouwmeester C.H. Peters maakt een ontwerp.

Op 25 juni 1902 wint aannemer Ooiman de aanbesteding voor f 143.276. Dat is niet de volledige kostprijs, want er komen nog kosten bij voor sloop, de centrale verwarming en aanschaf meubilair. Ooiman komt krap in de tijd te zitten. Hij krijgt toestemming om de dagelijkse arbeidsduur van 11 naar 12 uur te brengen. De lonen waren inmiddels ook omhoog gegaan. Een metselaar kreeg maar liefst 22 cent per uur.

Het gebouw is nog niet af op de afgesproken datum van oplevering 1 mei 1904, slecht weer speelt hierbij een rol. O.a. de RPS trekt toch maar in het gebouw. Op 1 augustus 1904 is de grote verhuizing. Er was nog wel wat meerwerk, voor f 2.110,51.( Waar herkennen we dit van?)

Architect C.H. Peters was in die jaren een beroemdheid. In Nederland verrezen meer dan honderd postkantoren onder zijn verantwoordelijkheid als Rijkbouwmeester. Hij werd in 1847 in Groningen geboren en trad in 1876 als bouwkundige in dienst van het ministerie van financiën. Zijn eigen stijl werd postkantoren gotiek genoemd. Rode baksteen was dominant, afgewisseld met andere kleuren, hardstenen banden van natuursteen. Er was sprake van veel decoratieve elementen, versieringen en torentjes. Ook de binnen-architectuur was verre van sober. Daar kwam ook wel commentaar op, zijn later gebouwen waren wat eenvoudiger. Hij bleef in functie tot 1916.

Op de ansichtkaart links is goed te zien hoe Peters banden van steen in verschillende kleuren liet aanbrengen. Links de tekening van het voor aangezicht.

Het verhaal van de verschillende adressen

Dienstwoning en personeel

Als directeur was je natuurlijk een van de notabelen in de stad. De dienstwoning was daarom zeer ruim en representatief. Er was bijvoorbeeld een marmeren gang van 21 meter, een badkamer van 2,5 x 5 meter en twee closets. Wel gas en waterleiding, geen CV en geen tuin. De directeuren van de telegraaf en telefoon (pas in 1932 hier onder één directeur) hadden hier geen woning.

Het is interessant om eens te kijken naar het personeelsbestand omstreeks 1910. Naast de directeur was er een hoofdcommies, 1 commies der eerste klasse, zes commiezen in lagere klassen, 22 assistenten, 2 hoofdbestellers en 44 bestellers. Het ressort kende 25 hulpkantoren. In 1918 kreeg het gebouw elektriciteit.

Ruimtenood

In 1919 koopt het Rijk het lokale telefoonnet. Er wordt besloten dat het gehuisvest moest worden aan de Tweebaksmarkt. Ook de postverwerking heeft meer ruimte nodig. De woning van de directeur zal worden opgeofferd om de ruimtenood te lenigen. Voor hem wordt een nieuwe ambtswoning gezocht. Die wordt ook gevonden – maar de verbouwing vindt men toch te duur. F 60.000 is te veel. Besluit: de telefoon komt niet, voor de postverwerking wordt wel ruimte gemaakt. Maar op termijn is dit toch onhoudbaar. In 1930 wordt de directeur buiten de deur geplaatst, voor het lokale telefoonverkeer komt een nieuwe automatische centrale en de interlokale centrale komt binnen.

Maar er blijft ruimtenood. In het begin van de jaren dertig wordt de pakketpost gehuisvest in twee kamers in het station. Maar dit is niet genoeg! In september 1940 wordt bij het station een geheel nieuw gebouw geopend voor de sorteer- en besteldienst. Er komt ook een loketfunctie. In 1954 wordt bij dit gebouw een kantoorvleugel geplaatst. Hier komt ook de in 1931 wegbezuinigde maar in 1945 teruggekeerde provinciale PTT-inspectie.

Links boven een fraaie oude ansichtkaart

Rechts: een bericht op Instagram (of was het Facebook) met een mooie foto van wachtzaal en lokettenfront

Links de cover van het boek dat ons inspireerde tot dit schrijven

Duitse propaganda op de voorgevel

Het verhaal van de misleiding met nepexplosieven staat onderaan deze bladzijde. Een heldenverhaal

Oorlog, uitbreiding en Klantenservice

Op 11 mei 1940 is het kantoor Tweebaksmarkt een van de eerste gebouwen die door de Duitsers in bezit worden genomen. In de oorlog zorgden twee telefoonmedewerkers er voor dat het telefoonverkeer naar het gevangeniscomplex gecontroleerd en omgeleid werd. Dat maakte een overval waarbij 50 gevangenen bevrijd werden mogelijk. Heel bijzonder is ook het verhaal dat medewerkers van de PTT konden verhinderen dat de Duitsers in april 1945 het gebouw op konden blazen.

In de jaren vijftig wordt er voor de Telefoondienst een nieuw gebouw geopend noordelijk van het postkantoor. Telefooncentrales vroegen toen namelijk heel veel ruimte. Na de voltooiing van de automatisering van het telefoonnet waren er wel veel minder telefonistes nodig.

In 1969 krijgt het postkantoor als een van de eerste in Leeuwarden een zgn. glijbaantrap wat de toegang voor gehandicapten vergemakkelijkt. Het stationspostkantoor wordt in 1967 ingrijpend verbouwd, in 1979 wordt een dependance aan de Archimedesweg geopend, in 1987 een nieuw EKP aan de Snekerweg dat in 1989 al weer gesloten wordt.

In 1983 wordt het gebouw aan de Tweebaksmarkt een rijksmonument. In 1989 wordt het publieke postkantoor aan de Tweebaksmarkt gesloten. De benedenverdieping wordt dan in gebruik genomen bij de afdeling Telefonische Klantenservice Consumentenmarkt 0800-0417 van PTT Post. Een deel van die afdeling zat al op de eerste en deel van de tweede verdieping. Er wordt intensief intern verbouwd, maar het blijft krap en het gebouw feitelijk ongeschikt. En als blijkt dat er ook nog met asbest is gewerkt, wordt het besluit genomen dat PTT Post uit dit pand trekt. Op 29 april 2000 is er een groot afscheidsfeest.

Post-Plaza

Er start een onzekere periode, de bestemming is onzeker. Maar Jan Boomsma ziet het licht: hij wil hier een Posthotel creëren. Daarvoor moet het wel in oude staat terg gebracht worden. Zijn voorbeeld is Hotel New York in Rotterdam. De gemeente ziet beren op het pad en is niet zo snel in de meewerkende stand te krijgen. Uiteindelijk gaat de gemeente om. Er start een grootschalige verbouwing, er verdwijnen later aangebrachte elementen zodat de oorspronkelijke structuur van het gebouw zichtbaar wordt. Er wordt ruimte gemaakt voor grootschalige evenementen, congressen en vergaderingen. Het nieuwe complex krijgt de naam Post-Plaza. Er komt natuurlijk een lift en zelfs een kleine expositie ruimte over post en telefonie. Op 12 februari 2004 is de (her)opening van het oude postkantoor. Er zijn 42 kamers in het oude postkantoor en 40 in het aanpalende voormalige bankgebouw.

Bron:

  • 1  Leendert Plaisier Van Minderbroedersklooster tot Post-Plaza 1904-2004 Uitgave Peters Monumenten B.V. Leeuwarden 2004

Het onderstaande verhaal vonden we op internet. Zó bijzonder! We nemen het intergraal over.

Het verhaal van de blokjes Trotyl

Op 14 april 1945 heerst er paniek onder de nog aanwezige Duitse militairen in Leeuwarden. De Canadezen zijn al in Friesland en kunnen elk moment de hoofdstad binnentrekken. De bezetter maakt zich op voor de aftocht. Maar niet zonder eerst schade toe te brengen aan belangrijke infrastructuur in de stad. 

Het postkantoor in Leeuwarden is zo’n belangrijk doelwit. Het gebouw is essentieel voor het functioneren van telefonie en telegrafie in Friesland. Vernietiging van het postkantoor zou de communicatie tussen de oprukkende Canadezen en de sabotagegroepen van het verzet een stuk moeilijker maken. Duitse soldaten plaatsen explosieven in de kelder van het gebouw, klaar om het op te blazen zodra de vijand nadert. Omwonenden worden gewaarschuwd en moeten hun huizen verlaten. Maar als leden van het ‘Sprengkommando’ de lont aansteken gebeurt er niets. De blokjes springstof zijn vervangen door namaak-exemplaren van hout. Ze zijn beetgenomen.  

Mark Wierda, technisch student en inlichtingenofficier bij het verzet, is het brein achter deze geslaagde actie. Wekenlang werkt hij aan zijn project. De blokjes 'trotyl', ook wel bekend als TNT, die door de Duitsers worden gebruikt worden door hem minutieus nagemaakt. De blokjes worden verzwaard met lood om ze het juiste gewicht te geven. Daarna worden ze beplakt met geel papier, maar de kleur van het papier blijkt te donker. Onder de hoogtezon-installatie van het Diaconessenziekenhuis worden ze gebleekt tot de goede kleur geel. Daarna moet het originele zegel van de fabrikant van het Trotyl nog worden nagemaakt. Ook dat lukt en op 11 april 1945 zijn de blokjes klaar. 

Medewerkers van de PTT voeren de laatste stap van het plan uit: het vervangen van de echte explosieven door de houten blokjes. Als de volgende dag technici van de PTT de kelder van het gebouw binnenlopen blijkt dat de Duitsers met ijzeren staven hun woede hebben gekoeld op de apparatuur. Gelukkig is de schade beperkt gebleven. Het monumentale pand aan de Tweebaksmarkt is aan een ramp ontsnapt.

Van de 72 blokjes zijn er zeven onbeschadigd gebleven. Eén is er naar prins Bernhard gestuurd, een is in het Postmuseum terecht gekomen, de resterende vijf zijn in het bezit van het Fries Verzetsmuseum.   

Mark Wierda heeft het resultaat van zijn werk zelf niet meer mogen meemaken. Samen met zijn twee jongere broers wordt hij op 11 april 1945, vier dagen voor de bevrijding van Leeuwarden, gefusilleerd bij Dronrijp.

Bron: https://www.liberationroute.com/nl/pois/1376/occupying-forces-tricked-with-fake-explosives

Maak jouw eigen website met JouwWeb