Post in Rotterdam – geschiedenis en monumenten deel 1
Al eerder hebben we op deze site aandacht besteed aan Rotterdam. Zowel aan de gebouwen in het voormalige postdistrict als aan de bestelkantoren in de stad. Ook hebben we op de verschillende plekken al enige aandacht besteed aan de monumenten aan de Coolsingel en het Delftseplein. Op deze pagina willen we wat meer in de geschiedenis van de post in het Rotterdamse duiken. Van het eerste postkantoor aan de Wijnhaven tot het districtspostkantoor aan het Delftseplein. Een geschiedenis van onstuimige groei. Dit is deel 1
De Wijnhaven
Natuurlijk kwam er al post van en naar Rotterdam voor 18501). Maar wij laten deze geschiedenis beginnen op 1 september 1850 toen een nieuwe postwet van kracht werd. De tarieven werden toen sterk verlaagd, maar een eenheidstarief voor het versturen van een poststuk durfde men nog niet aan. Voor een afstand tot 30 mijlen (dat is 5 uren en 24 minuten gaans) was het tarief 5 cent. Dat tarief liep op met de afstand. De tarieven golden zowel voor franco brieven als voor niet-franco brieven. Bij de laatste categorie werd het tarief door de ontvanger betaald. Plaatsen als Den Haag, Schoonhoven, Alphen, Dordrecht en Hellevoetsluis vielen allemaal binnen de 30 mijl.
Vanaf 1797 was de post gevestigd in een kantoor aan de Wijnhaven2) . Zoals eerder beschreven was “postdirecteur” een chique functie. Postdirecteur in 1850 was B.J.C. baron Mackay van Ophemert en Zennewijnen. In zijn dienst waren 16 bestellers en 12 man overig personeel (waaronder één hoofdcommies). Dat was nauwelijks meer dan de bemanning in 1813.
In een brochure van 1862 vinden we een dienstregeling. Het kantoor was geopend van 5 uur ’s morgens tot half 10 ’s avonds, tot half negen werden er poststukken aangenomen. De bestelling geschiede zodra de post was aangekomen (soms acht keer per dag). Zes keer per dag werden de brievenbussen gelicht. De eerste keer ’s morgens om vijf uur. In de tweede helft van de negentiende eeuw woede er een discussie over de zondagsrust. Geleidelijk werd de dienstverlening op de zondag wat minder.


Links: het afgebroken kantoor Wijnhaven stamde uit 1797. Rechts: Het reglement uit 1862




Groei en nieuwbouw aan de Blaak
In de tweede helft van de negentiende eeuw, groeide de stad, de nijverheid met als gevolg dat de hoeveelheid post sterk groeide. Ook werden er nieuwe diensten ingevoerd zoals de pakketpost en de dienstverlening voor de Rijkspostspaarbank. Het aantal personeelsleden groeide. In 1862 bedroeg dit aantal 48 (leiding, kantoorpersoneel plus bestellers), in 1872 66, in 1883 164 medewerkers! Tussen 1860 en 1851 groeide het briefverkeer met 155%. Tussen 1870 en 1860 met 77%. Een groei die zich daarna doorzette.
“Huis, pakhuis en erve, staande en gelegen aan de Noordzijde van de Wijnhaven op den Westhoek van de Waterkoninginnesteeg” waren op 29 mei 1797 gekocht voor en ten behoeve van den Lande van Holland om hier een postkantoor te vestigen. Maar dit pand was begrijpelijk in de loop der tijd veel te klein geworden. Er moest een nieuw postkantoor gebouwd worden waarin teven de telegraafdienst ondergebracht kon worden.
In 1871 vond de aanbesteding plaats. Het zou een geheel vrijstaand gebouw worden met de kortste zijde van 42 meter naar de Noord- en Zuidblaak gekeerd. Twee zijden werden 48 meter lang. De vierde zijde zou komen aan een ruim plein dat zou worden aangelegd tussen het Beursgebouw en de huizen van de Zuidblaak. De ingang in het midden van de oostelijke gevel zou 2,5 meter breed worden. Langs twee portalen komt men in een 15 meter lange vestibule. De begroting, inclusief fundering en verwarming bedroeg f 358.700. De bouw duurde vier jaar. Op 6 september mocht directeur Sweerts de Landas Wyborgh zijn nieuwe kantoor in gebruik nemen. In dit panden waren nu niet alleen het post- en telegraafkantoor gehuisvest, maar ook het stadshypotheekkantoor en de ambtswoningen voor post- en telegraafdirecteur (met resp. 12 en 8 kamers).
Kinderziektes heb je natuurlijk altijd bij een nieuw gebouw. Men was bijvoorbeeld de eigen brievenbus vergeten. Veel irritanter was dat men jaren kampte met tocht in het gebouw. Niets leek te helpen. Veel erger was het dat het gebouw al snel weer te krap bleek. Ook al werden de ambtwoningen erbij betrokken en werden bijgebouwen geopend. Het bleef te krap met als gevolg dat men al snel (in 1903) weer dacht aan nieuwbouw. Vele plekken passeerden de revue. Raad, Kamer van Koophandel en Post konden het ook niet eens worden. Spontaan ging ook de burgerij grond aanbieden voor nieuwbouw.
Links vier foto's van kantoor Rotterdam Blaak. Dit kantoor was in gebruik van 1875 tot 1923.
De bovenste foto is ongedateerd. De foto's daaronder van 1890 en 1875.
De foto van de hal met loketten stamt uit 1890




Op weg naar de Coolsingel
In 1905 staakte men de planvorming, maar in 1909 ontstonden er plannen om een nieuw stadhuis en een nieuw postkantoor te bouwen aan de Coolsingel. Dat leidde er toe dat Rijksbouwmeester Knuttel in 1911 aan de directeur van het postkantoor een set bouwtekeningen kon sturen. In september 1915 ging de eerste van de 5500 palen de grond in. De bouw vorderde traag, buiten Nederland woedde er een Wereldoorlog dus het was lastig om aan materialen te komen. In de nacht van 23 op 24 april 1923 was het gebouw klaar en verhuisde men van Blaak naar Coolsingel. De kosten waren zonder de grond f 5.377.958.
Omdat het stadhuis een prominentere plek moet hebben, wordt het postkantoor enkele tientallen meters naar achter neergezet. Daarmee wordt het tegenovergestelde bereikt: het postkantoor krijgt een soort voorplein, waardoor veel mensen vinden dat het een veel statigere uitstraling heeft dan het stadhuis.
Het gebouw kende een zogenaamde Paternosterlift. De telefooncentrale kwam pas een jaar later omdat de firma Ericsson het wel heel erg druk had. Op enig moment was het de grootste telefooncentrale van Europa.3)4)
Het gebouw was 70 m breed, 82 m diep en 28 m hoog. De grote hal met de loketten mat 40 bij 22 meter. De namen verbonden aan het ontwerp zijn architect Bremer, de indeling is ontworpen door Teeuwisse, toen adjunct-bouwmeester onder rijksbouwmeester Knuttel. De imposante hal is ontworpen door J.Huisman. Het beeldhouwwerk aan de gevels en in de hal is van de hand van Van Lunteren.
Tijdens het bombardement op 14 mei 1940 kreeg het gebouw een viertal voltreffers te incasseren. Maar als een van de weinige gebouwen in het centrum bleef het gebouw wel overeind staan. Onder het gebouw was een grote schuilkelder waar veel eerste hulp werd verleend aan de slachtoffers van het bombardement. Wel raakte een groot deel van de aanwezige post verloren of werd beschadigd. Het postkantoor in Den Haag verleende assistentie bij het oplossen van deze problemen. Zo snel mogelijk werd de normale dienstuitvoering weer hersteld tot de oorlogsomstandigheden dit ook moeilijk maakten.
Na de oorlog kon het hoofdpostkantoor aan de Coolsingel snel weer hersteld worden – maar het werd al snel weer te klein. Wat te doen?
Links: boven een tweetal oude ansichtkaarten van het postkantoor aan de Coolsingel - met nostalgische trams.
Daaronder een vooroorlogse foto van de imposante hal met loketten.
Helemaal onderaan een beeld van het centrum van Rotterdam uit 1942. In het midden stadhuis en postkantoor - relatief ongehavend.



Een districtspostkantoor aan het Delftseplein
Al voor de oorlog bestonden er plannen om aan het spoor een groot sorteercentrum te bouwen. Na de oorlog dacht men al voorzichtig aan afbouw van het werkend vervoer, aan speciale laad- en losperrons voor de treinen. Dat betekende dat er meer ruimte voor het sorteren en stempelen van de post nodig was, liefst aan het spoor. Ook vroeg de (prille) automatisering ruimte. Kortom: de logistieke structuur van de post veranderde totaal. In combinatie met het ruimtegebrek aan de Coolsingel werd gedacht aan nieuwbouw. Landelijk werd het land verdeeld in twaalf postdistricten (in 1955) . Elk district kreeg een eigen sorteercentrum (expeditieknooppunt).
Op 4 juni 1955 werd naast het Centraal Station de eerste paal geslagen voor het districtspostkantoor Rotterdam. In september 1959 kwam dit twaalf verdiepingen hoge gebouw gereed. In dit gebouw zetelde de districtsdirectie, waren de sorteer- en expeditieafdelingen gevestigd, de afdeling voor de bestelling in het centrum en de aan- en afvoerfaciliteiten. Aan de voorzijde voor de postauto’s, aan de achterzijde voor het spoor. De opening was feestelijk. Op 22 september 1959 trok een postkoets met opschrift "directie" van het oude districtspostkantoor aan de Coolsingel naar het Delftseplein. Daarachter kwam een verhuisstoet met modernere wagens en een dubbele rij leerling bestellers. De Koninklijke Rotterdamse Postharmonie speelde.
Wordt vervolgd in deel 2
Onder deel 2 vindt u ook de voetnoten.
De foto’s zijn deels eigen productie. Verder ontleend aan de genoemde bronnen, Wikipedia, het Stadsarchief Rotterdam en websites met ansichtkaarten.
Linksboven: het gebouw in aanbouw in oktober 1957
Daaronder de voorpagina van een brochure uitgegeven bij de opening in 1959
Links de afdeling Aan- en Afvoer op de begane grond
Hieronder: de indeling van het postgebouw (archief W. Van der Hoff)


Nog wat nostalgie: Kerst 1965 aan het Delftseplein
Maak jouw eigen website met JouwWeb